6 ONDERHOUD
6.1 ONDERHOUDSSCHEMA
Om de machine in goede staat te houden, de be-
trouwbaarheid en veiligheid te bevorderen en het
milieu te ontzien, moet het onderhoudsschema
hieronder worden nageleefd.
Alle servicewerkzaamheden moeten worden uitge-
voerd door een erkende dealer.
Als het onderhoud door een erkende dealer wordt
uitgevoerd, wordt het professioneel gedaan en
worden originele vervangingsonderdelen gebruikt.
Na elke onderhoudsbeurt door een erkende dealer
moet een stempel in het onderhoudsboekje worden
gezet. Een boekje dat "volgestempeld" is, wordt
een waardevol document dat de tweedehandswaar-
de van de machine verhoogt.
Hieronder ziet u wanneer welk onderhoud moet
worden uitgevoerd. Daarna wordt behandeld hoe u
de onderhoudsprocedures moet uitvoeren.
6.2 ONDERDELEN
Onderdeel
Waterscheider, contro-
leren
Voorfilter, reinigen
Benzinefilter, vervan-
gen
Bandenspanning, con-
troleren, corrigeren
Motorolie, filter, ver-
vangen
Hydraulische olie, fil-
ter, tankbeluchtings-
klep, vervangen/
reinigen
Wielmotoren, olie
verversen
Riemtransmissies,
controleren
Koelsysteem, reinigen
Accu, controleren
Luchtfilter, voorfilter
reinigen
Luchtfilter, binnenfil-
ter vervangen
Smeren
Kleppen controleren
Kleppen schuren
NEDERLANDS
.
1e keer Interval Zie
hoofd
Bedrijfsuren/
stuk
kalendermaanden
50/-
6.4
6.4
400/-
6.5
6.6
50/12
200/12
6.7
50/12
400/12
6.8
50/12
200/12
6.9
50
200/-
6.10
1000/12 6.11
50/-
6.12
250/-
6.13
250/-
6.13
6.14
1000/-
6.15
2000/-
6.15
Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing
6.3 VOORBEREIDING
Alle service- en onderhoudswerkzaamheden moe-
ten worden uitgevoerd op een stilstaande machine
met de motor uit.
Zorg dat de machine niet kan wegrol-
len. Gebruik daarom altijd de parkeer-
rem.
Zet de motor af.
Voorkom onbedoeld starten van de mo-
tor door de contactsleutel te verwijde-
ren.
6.4 WATERSCHEIDER
De waterscheider bevat een vlotter (9:C3) die in de
transparante houder zichtbaar is. De vlotter moet
zich onderin bevinden. Als de vlotter hoger hangt,
moet de waterscheider worden afgetapt.
Schroef de aftapdop (9:C1) los om het water af te
tappen totdat het water begint te stromen. Tap wa-
ter af totdat de vlotter weer op de bodem ligt.
Reinig de afscheider als deze er vuil uitziet of als
er vaak water is afgetapt. De afscheider moet als
volgt worden gereinigd:
1. Sluit de kraan van de waterscheider. Zie afb. 9.
2. Houd een bak onder de waterscheider om de
uitlopende brandstof op te vangen.
3. Draai de houder los. (9:C2).
4. Verwijder de houder en verwijder het draadfil-
ter (9:C5), het inlegstuk (9:C4) en de vlotter
(9:C3) van de houder.
5. Reinig de binnenkant van de houder en het
draadfilter.
6. Controleer of de O-ring onbeschadigd is en
monteer daarna alle onderdelen in de omge-
keerde volgorde.
7. Open de kraan.
Reinig de brandstoftank als er nog steeds vaak wa-
ter in de waterscheider staat. Neem contact op met
een erkende dealer.
6.5 BRANDSTOFFILTER
1. Stop de motor en laat deze afkoelen.
2. Sluit alle brandstofkranen.
3. Gebruik een oliefiltersleutel om het filter (5:F)
een beetje los te draaien in de richting (10:Dis).
Verwijder het filter voorzichtig, zodat u geen
brandstof morst.
Veeg eventueel gemorste brandstof meteen
op.
4. Maak de ruimte rond het bevestigingsvlak van
het filter schoon.
5. Breng op de nieuwe filterpakking een dun laag-
je brandstof aan.
NL
119