2.2 HYDRAULISCH SYSTEEM -*
OVERZICHT
De onderstaande tabel geeft een overzicht van de
hydraulische aansluitpunten en hun bedieningsele-
menten.
Afkorting Betekenis
PTO
Aansluiting voor aandrijving van aan de voorzijde gemon-
teerde werktuigen. Zie afb. 1.
PTOs
Bedieningshendel voor aansluiting voor de aandrijving van
werktuigen. Zie afb. 1.
Aux1
Aansluiting voor hulpfuncties van aan de voorzijde gemon-
teerde werktuigen. Zie afb. 1.
Aux1s
Bedieningshendel voor de Aux1. Zie afb. 1.
Aux2f
Aansluiting voor hulpfuncties van aan de voorzijde gemon-
teerde werktuigen. Zie afb. 1.
Aux2r
Aansluiting voor hulpfuncties van aan de achterzijde
gemonteerde werktuigen. Zie afb. 1.
Aux2S
Bedieningshendel voor de Aux2f en Aux2r, afhankelijk van
Aux2fr. Zie afb. 1.
Aux2fr
Bedieningshendel voor activeren van Aux2f of Aux2r. Zie
afb. 1.
L
Gereedschaplift. Zie afb. 1.
Ls
Bedieningshendel voor de gereedschaplift en hefwerktui-
gen bevindt zich onder de cabine. Zie afb. 1.
2.2.1 Hydraulische olie
SAE 10W-30 wordt aanbevolen.
Bij gebruik in de winter kan een ISO VG 46-olie
worden gebruikt. Deze olie kan ook worden ge-
bruikt als vervanging voor SAE 10W-30 bij een
trage hydraulische respons.
2.3 WERKTUIGEN
Neem voor werktuigen contact op met een erkende
dealer en lees de instructies die bij het accessoire
zijn meegeleverd.
3 BESCHRIJVING
3.1 AANDRIJVING
De machine heeft vierwielaandrijving. Het motor-
vermogen wordt hydraulisch op de wielen overge-
bracht. De vier wielen hebben afzonderlijke
hydraulische motoren. De dieselmotor stuurt een
oliepomp (2:P) aan die olie door de hydraulische
motoren (2:M) van de wielen pompt.
De hydraulische motoren worden op de hydrauli-
sche pomp aangesloten zoals in afb. 2 getoond.
Dit betekent dat de voorwielen en achterwielen
met dezelfde snelheid draaien, maar dat de snel-
heid links en rechts kan verschillen.
NEDERLANDS
3.2 STUURSYSTEEM
De machine heeft een door de motor ondersteunde
knikbesturing. Dit betekent dat het chassis is ver-
deeld in een voor- en een achtergedeelte die ten op-
zichte van elkaar kunnen draaien.
Knikbesturing houdt in dat de machine met een ex-
treem kleine draaicirkel langs bomen en andere ob-
stakels kan rijden.
3.3 VEILIGHEID
3.3.1 Elektrisch veiligheidssysteem
De machine is uitgerust met een elektrisch veilig-
heidssysteem. Het veiligheidssysteem stopt be-
paalde activiteiten die bij een onjuiste bediening
gevaarlijk kunnen zijn. Zo kan de motor niet wor-
den gestart als het koppelings-/rempedaal niet is
ingedrukt.
Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing
Afmetingen
2x1/2 inch + 3/8
inch retour
2x1/4 inch
2x1/4 inch
2x1/4 inch
Blijf met uw lichaamsdelen uit de buurt
van het knikpunt als de motor van de
machine loopt. U kunt ernstige verwon-
dingen oplopen als u bekneld raakt tus-
sen het voorste en achterste deel van de
machine.
De werking van het veiligheidssysteem
moet voor elk gebruik worden gecon-
troleerd.
NL
Capaciteit*
42 l / 220 bar
12l / 125 bar
12l / 125 bar
12l / 125 bar
109