3. Het binnenapparaat installeren
1
Fig. 3-4
b
a
Fig. 3-5
Fig. 3-6
A
C
D
E
F
G
H
C
Fig. 3-7
4. Installeren van de koelstofleidingen
A
C
B
(mm)
7–12
B
3.2.4. Voorbereidingen van het binnenapparaat (Fig. 3-4)
1. Monteer de ophangbouten. (de W3/8 of de M10 bouten moet u zelf kopen.)
Stel de afstand vanaf het plafond van te voren vast (1 binnen 100 mm).
A Plafondoppervlak
B Ophangbout
C Ophangbeugel
2. Haal het inlaatrooster eraf.
Schuif de vergrendelingsknoppen (op twee plaatsen) naar achteren om het inlaat-
rooster open te maken.
3. Haal het zij-paneel eraf.
Draai de bevestigingsschroeven van het zij-paneel eruit (één aan elke kant, links en
rechts) en schuif dan het zij-paneel naar voren om het te kunnen weghalen.
3.3. Het binnenapparaat monteren
Afhankelijk van het feit of u het apparaat aan het plafond ophangt of niet moet u een
geschikte ophangmethode selecteren. (Fig. 3-5)
Als er geen stevig materiaal in het plafond zit.
a Ophangbeugel
b Apparaat
1) Het apparaat direct ophangen (Fig. 3-6)
Montageprocedure
1. Zet de pakking 1 (met het apparaat meegeleverd) en de moer (deze moet u zelf
kopen) erop.
2. Haak het apparaat in de ophangbouten.
3. Draai de moeren aan.
Controleer de montageconditie van het apparaat
• Controleer dat het apparaat van links naar rechts horizontaal hangt.
• Controleer dat het apparaat van voren naar achteren naar beneden loopt.
Wanneer u leidingen in de muur wegwerkt
2) De ophangbeugel eerst aan het plafond monteren (Fig. 3-7)
Montageprocedure
1. Haal de ophangbeugels, de U-vormige pakkingen en de bevestigingsschroeven
voor de ophangbeugel uit het apparaat.
2. Pas de bevestigingsbouten voor de ophangbeugels die op het apparaat zitten
aan.
3. Maak de ophangbeugels vast aan de ophangbouten.
4. Haak het apparaat in de ophangbeugels.
∗ Zorg ervoor dat u de U-vormige pakkingen monteert.
A Bout
B Apparaat
C Pakking
D Bevestigingsschroef ophangbeugel
E Bout
F Pakking 1
G Dubbele moeren
4.1. Voorzorgsmaatregelen
4.1.1. Voor apparaten die R407C-koelstof gebruiken
• Gebruik niet de bestaande koelstofpijpen.
• Gebruik geen beschadigde, vervormde of verkleurde pijpen. De binnenkant
van de pijpen moet schoon zijn en vrij van gevaarlijke zwavelhoudende be-
standdelen, oxidanten, vuil, overblijfselen, oliën en vocht.
• Bewaar pijpen die voor de installatie gebruikt gaan worden binnenshuis en
laat de verzegeling van beide kanten van de pijpen intact tot vlak voor het
solderen.
• Gebruik esterolie, etherolie of alkylbenzeen (in kleine hoeveelheden) als koel-
olie om "flares" en flensverbindingen te af te dichten.
• Gebruik vloeibaar koelmiddel om het systeem te vullen.
• Gebruik geen ander koelmiddel dan R407C.
• Gebruik een vacuümpomp met een terugstroomcontroleventiel.
• Gebruik geen van de gereedschappen die gebruikt worden bij conventionele
koelmiddelen.
• Gebruik geen vulcilinder.
• Wees zeer voorzichtig bij het gebruik en de opslag van het gereedschap.
• Gebruik geen in de handel verkrijgbare drogers.
(mm)
H
50
900 - 905
60, 71, 100
1207 - 1212
125, 140
1514 - 1519
43