8 - GASGEDEELTE
De wanden van de naast het
fornuis opgestelde de meubels
moeten uit hittebestendig mate-
riaal vervaardigd zjin.
Vóór de installatie moet men verifiëren
of het plaatselijk distributienet (type
van gas en druk) en de karakteristie-
ken van het toestel compatibel zijn.
De karakteristieken staan aangeduid
op de plaat of op het etiket.
GASAANSLUITING
De installatie mag uitsluitend worden
uitgevoerd door een gekwalificeerd elek-
tricien, in overeenstemming met de
lokaal geldende voorschriften.
44
Het fornuis is bij levering klaar voor
gebruik met het type gas dat op het eti-
ket op het toestel is vermeld.
Verzeker u ervan dat de ruimte waarin
het fornuis geïnstalleerd wordt goed
geventileerd is, in overeenstemming met
de geldende voorschriften.
Ook de aansluiting op de gasaanvoer-
buis of gasfles moet aan de geldende
voorschriften voldoen.
De gasaanvoerbuis wordt aan de ach-
terkant van het fornuis (afb. 8.1) aange-
sloten op de R of L gasinlaat; de aan-
sluitbuis mag niet langs de achterkant
van het apparaat lopen.
De niet-gebruikte gasinlaat moet wor-
den afgesloten met de plug (T) en
afdichtingsring.
R
L
T
Afb. 8.1