i) Stroommeting DC/AC
Stroommetingen zijn mogelijk in twee bereiken. Het eerste bereik is
van 0 tot 4000µA, het tweede van 0 tot 200mA. Beide stroommeet-
bereiken zijn afgeschermd en dus beveiligd tegen overbelasting.
Voor het meten van gelijkstroom (DC) gaat u als volgt te werk:
- Wanneer u stroom tot max. 4000 µA wilt
meten, stelt u de draaiknop (1) op stand
„µA" resp. tot max. 200 mA op stand
„mA". Op het display verschijnt „DC".
- Sluit nu de beide meetstiften in serie
aan op het meetobject (batterij, schake-
ling, enz.); de betreffende polariteit van
de meetwaarde wordt samen met de
actuele meetwaarde op het display
weergegeven.
Voor het meten van wisselstroom gaat
u te werk zoals hierboven beschreven.
Druk op de toets „MODE" (3) om naar het AC-bereik om te schake-
len. Door nogmaals op de knop te drukken, wordt weer terugge-
schakeld.
Meet in het µA/mA-bereik in geen geval stroom groter
dan 200 mA, aangezien dan de zekering wordt geacti-
veerd.
Als de zekering is geactiveerd (geen verandering van
meetwaarden, enz), schakelt u de DMM uit (OFF) en
wacht u ongeveer 5 minuten. De zelf terug zettende
zekering koelt af en is daarna weer klaar voor gebruik.
92