Werk met het gemonteerde spouwmes. Het is op de fabriek
zo gemonteerd dat de afstand tot de zaagtanden over de tafel.
hoogstens 5 mm. is.
Gebruik de machine alleen waar hij voor gemaakt is (zie het
betreffende hoofdstuk).
Gebruik bij het zagen van smalle werkstukken (tot 120 mm.
tussen het zaagblad en de aanslag) de bijgeleverde duwstok.
Gebruik bij het aandrukken van kleine werkstukken een
duwhout. Deze zijn in de handel verkrijgbaar.
Gebruik geen kapotte duwstok of duwhout.
De beschermkap voor de zaag altijd gebruiken. Deze is zo in
te stellen dat hij de tanden van het zaagblad die boven het
werkstuk uitsteken, afdekt.
Zorg ervoor dat de losse delen van het werkstuk niet door het
zaagblad geraakt en weg geslingerd kunnen worden
Verwijder de spannen, splinters en het afval in de buurt van het
zaagblad niet met de handen.
Het gebruik van freesschijven en slingerzagen is niet
toegestaan.
Bij het zagen van rond hout moet een hulpstuk gebruikt
worden die het werkstuk tegen draaien tijden het zagen
beveiligt.
Schakel de machine uit en neem de steker uit het
stopcontact bij:
− Reparatiewerkzaamheden
− Onderhouds- en reinigingswerkzaamheden
− Transport van de machine
− Het wisselen van het zaagblad
− Het verlaten van de machine (ook voor een korte tijd).
Onderhoud de machine zorgvuldig:
− Zorg ervoor dat het zaagblad altijd schoon en scherp is. U
werkt sneller en beter en het is het behoud van uw
machine.
− Volg de voorschriften en aanwijzingen op bij het wisselen
van het zaagblad
− Hou de handgrepen vrij van vet en olie.
Onderzoek de machine op eventuele beschadigingen.
− Voor het verdere gebruik van de machine moeten alle
veiligheidsvoorzieningen gecontroleerd worden op de
juiste montage en het goed functioneren.
− Controleer of alle bewegende delen van de machine goed
functioneren en niet klemmen of beschadigd zijn. Alle delen
moeten juist gemonteerd zijn en goed functioneren om de
machine correct te laten werken.
− Beschadigde bescherminrichtingen en - delen moeten,
indien noodzakelijk, door een erkende reparatiewerkplaats
gerepareerd of verwisseld worden. Met uitzondering indien
in de gebruiksaanwijzing anders aangegeven.
Vergeet niet uw steeksleutel voor het wisselen van het
zaagblad te verwijderen.
Als u de machine niet gebruikt moet u hem op een droge
plaats, buiten het bereik van kinderen opslaan.
Elektrische veiligheid.
De aansluitkabel moet volgens IEC 60 245 (H 07 RN-F) zijn,
met een draad doorsnede van minstens:
− 1,5 mm2 bij een lengte tot 25m.
− 2,5 mm2 bij een lengte vanaf 25m.
Bescherm u tegen een elektrische schok. Raak geen geaarde
delen aan.
Gebruik de kabel niet voor doeleinden warvoor hij niet geschikt
is. Bescherm de kabel tegen hitte, olie of scherpe randen.
De steker niet met de kabel uit het stopcontact trekken.
Controleer de aansluitkabel van de machine regelmatig en laat
hem indien nodig vervangen door een vakman.
Controleer de verleng kabel regelmatig op beschadigingen en
vervang hem als hij beschadigd is.
Gebruik geen defecte kabels.
Gebruik alleen toegestane en gemerkte verlengkabels.
Maak geen geknutselde elektrische aansluitingen.
Veiligheidsvoorzieningen nooit overbruggen of buiten-werking
stellen.
Elektrische aansluitingen of reparaties mogen alleen door
een erkend bedrijf of een erkende reparatiewerkplaats
uitgevoerd worden. De plaatselijke voorschriften moeten
opgevolgd worden.
Reparaties aan andere delen van de machine mogen alleen
door de fabrikant of een door hem erkende werkplaats
uitgevoerd worden.
Alleen de originele toebehoren en onderdelen gebruiken. Bij
het gebruik van niet originele onderdelen kunnen risico's
voor de gebruiker ontstaan. De fabrikant kan niet
aansprakelijk gesteld worden voor ongevallen hierdoor
ontstaan.
Voorbereiding voor ingebruikname
Om de machine correct te laten functioneren moet u de
volgende aanwijzingen opvolgen.
U moet de volgende delen aanbrengen:
Dwarse aanslag, lengteaanslag, zie pagina 38 en 39.
Ingebruikname
Plaats de zaag onder de volgende omstandigheden:
− Slipvrij
− Trillingsvrij
− Vlak
− Vrij van struikel gevaar
− Met goede lichtomstandigheden
Controleer voor elk gebruik:
− de aansluitkabels op beschadiging
gebruik geen beschadigde aansluitkabels.
− De juiste montage van de beschermkap .
− De positie van het spouwmes (zie spouwmes instellingen)
− De goede toestand van het zaagblad.
− De duwstok binnen handbereik is.
Gebruik geen gescheurde of beschadigde zaagbladen.
Gebruik geen HSS-zaagbladen.
Ga bij het zagen naast de gevarenzone van de zaag (het
zaagblad) staan.
Laat de beschermkap:
− bij het zagen op het werkstuk rusten.
− Als u de machine niet gebruikt, op het werkblad rusten.
36