Hou uw werkplek netjes.
Vermijd contact met geaarde delen om een
elektrische schok te voorkomen.
Haal altijd de stekker uit het stopcontact vóór u
aan de kettingzaag werkt.
Stop enkel de stekker in het stopcontact
wanneer de kettingzaag uitgeschakeld is.
De kettingzaag mag maar door één persoon
tegelijk gebruikt worden. Alle andere personen
moeten uit de actieradius van de kettingzaag
blijven. Vooral kinderen en huisdieren moeten te
allen tijde goed uit de buurt worden gehouden.
De zaag mag niets raken wanneer ze gestart
wordt.
Hou de kettingzaag tijdens het werken met
beide handen stevig vast.
De kettingzaag mag niet gebruikt worden door
kinderen of jongeren. De enige uitzondering hierop
vormen jongeren van minstens 16 jaar die de
kettingzaag onder toezicht mogen gebruiken als
onderdeel van hun opleiding. Leen de zaag enkel uit
aan personen die vertrouwd zijn met dit type
kettingzaag en weten hoe ze ermee om moeten
gaan. Geeft altijd de gebruiksinstructies samen met
de zaag mee.
Zorg ervoor dat de zaag buiten het bereik van
kinderen wordt opgeborgen.
De zaag mag enkel gebruikt worden door
personen die uitgerust zijn en in goede gezondheid
verkeren, bv. in een goede fysieke toestand.
Wanneer u vermoeidheid voelt opkomen, neem dan
een rustpauze. U mag de kettingzaag niet gebruiken
nadat u alcohol genuttigd heeft.
Stel de kettingzaag nooit bloot aan regen of
slecht weer. Zorg voor voldoende licht op de
werkplek. Gebruik geen motorgereedschappen in
de buurt van brandbare vloeistoffen of gassen.
Wanneer de kettingzaag even niet gebruikt
wordt, zet ze dan aan de kant op een manier
die geen gevaar kan vormen voor anderen.
Zet altijd de klauwaanslag tegen het werkstuk
vóór u begint te zagen.
Verwijder de zaag enkel uit het hout wanneer
ze nog draait. Wie zaagt zonder gebruik te maken
van de klauwaanslag kan voorwaarts getrokken
worden.
Gebruik de kettingzaag nooit wanneer u op een
lader staat, in een boom zit of u op een andere
onstabiele plek bevindt. Zaag niet met één hand.
Het snoer moet zich altijd achter de gebruiker
bevinden.
Het snoer moet altijd van de achterkant van de
zaag weggeleid worden.
Gebruik enkel originele onderdelen.
Kettingzagen die in de openlucht worden
gebruikt moeten worden aangesloten op een
verliesstroomschakelaar.
Overbelast motorgereedschappen niet. Ze
werken het best en het veiligst binnen hun
opgegeven capaciteitsgrenzen.
Gebruik altijd het juiste motorgereedschap.
Gebruik geen lichte kettingzagen voor zware taken.
Gebruik het snoer enkel waarvoor het dient.
Draag elektrisch gereedschap nooit aan het snoer.
Gebruik het snoer niet om de stekker uit het
stopcontact te halen. Bescherm het snoer tegen
hitte, olie en scherpe randen.
Verlengsnoeren in de openlucht:
Gebruik enkel verlengsnoeren die gekeurd zijn
voor gebruik in de openlucht en die als
dusdanig ook gemerkt zijn.
Gebruik een stevige steun wanneer u
timmerhout of dunne takken zaagt. Stapel het hout
niet, laat het niet door een andere persoon
vasthouden en hou het ook niet uw voet op zijn
plaats.
Boomstammen moeten worden vastgezet.
Werk op een hellende ondergrond altijd met uw
gezicht naar de helling.
Zet bij het doorzagen altijd de klauwaanslag
tegen het hout dat u wilt zagen.
Gebruik altijd de klauwaanslag vóór het
doorzagen. Schakel pas dan de kettingzaag in en
begin te zagen. Trek de kettingzaag aan haar
achterkant naar boven en bepaal de richting met de
voorste handgreep. Gebruik de klauwaanslag als
steunpunt. Om de zaag opnieuw op haar plaats te
positioneren om verder te zagen, onderbreekt u het
zaagproces en oefent u een lichte druk uit op de
voorste handgreep. Trek de zaag een beetje terug,
zet de klauwaanslag dieper volgens de zaagsnede
en trek de achterste handgreep naar omhoog