De feitelijk voorhanden trillings-emissiewaarde gedurende het
gebruik van de machines kan van die in de gebruiksaanwijzing
resp. van de door de fabrikant vermelde waarden afwijken.
Dit kan door volgende factoren worden veroorzaakt die vóór resp.
gedurende het gebruik opgevolgd dienen te worden:
wordt de machine correct toegepast
−
is de gebruikstoestand van de machine in orde
−
zijn de houdergrepen evt. optionale trillingsgrepen
−
gemonteerd en zijn deze vast aan het machinelichaam.
Indien u een onaangenaam gevoel of een huidverkleuring
gedurende het gebruik van de machine aan uw handen
constateert, onderbreek meteen het werk. Maak voldoende
rustpauzes. Bij veronachtzaming van voldoende werkpauzes kan
het tot een hand-arm-trillingssyndroom komen.
Afhankelijk van het werk resp. het gebruik van de machine dient
een inschatting van het graad aan belasting te geschieden en
dienen dienovereenkomstige werkpauzes te worden ingelegd. Op
deze manier kan het graad van belasting gedurende de gehele
werktijd aanzienlijk worden gereduceerd. Reduceer uw risico,
waaraan u bij trillingen bent blootgesteld. Verzorg deze machine in
overeenstemming met de instructies in de gebruiksaanwijzing.
Indien de machine vaker wordt ingezet resp. toegepast, dient u
zich met uw specialist in verbinding te zetten en evt. antivibratie-
toebehoren (grepen) te bezorgen. Voorkom de inzet van de
machine bij temperaturen van t=10°C of minder. Maak een
werkplan, waardoor de trillingsbelasting kan worden beperkt.
Veilig werken
Bij
ondeskundig
gebruik
hakselmachine gevaarlijk zijn. Als een machine gebruikt
wordt moeten de standaard voorzorgsmaatregelen genomen
worden om het risico van brand, elektrische sluiting en het
verwonden van personen uit te sluiten.
Lees en volg de onderstaande aanwijzingen, de voorschriften
te voorkoming van ongevallen en de algemene veilig-
heidsvoorschriften op, om u zelf en anderen tegen verwon-
dingen te beschermen.
Geef de veiligheidsvoorschriften aan alle personen, die
met deze machine werken, door.
Bewaar deze veiligheidsvoorschriften goed.
Maak u voor gebruik met het apparaat vertrouwd, met behulp
van de bedieningshandleiding.
Gebruik de machine alleen waar hij voor gemaakt is (zie het
betreffende hoofdstuk en "Werken met de zuig-, blaas- en
hakselmachine voor gebladerte").
Zorg voor een stabiele en uitgebalanceerde houding. Buig u
niet voorover.
Let aan hellende plaatsen steeds erop, stabiel te staan.
Exploiteer het toestel alleen gaande, nooit lopend of rennend.
Wees oplettend. Let op dat, wat u doet. Ga met verstand te
werk. Gebruik het toestel niet, wanneer u moe bent of onder
de invloed van drugs, alcohol of medicamenten staat. Een
moment van onoplettendheid bij het gebruik van het toestel
kan tot ernstige verwondingen leiden.
Maak uzelf met uw omgeving bekend en let op mogelijke
gevaren die u op grond van het motorgeluid eventueel niet
kunt horen.
Draag de juiste werkkleding.
Nauw sluitende kleding en geen sieraden dragen.
−
Handschoenen met slipvast schoeisel
−
kunnen
zuig-,
blaas-
Lange broeken ter bescherming van de benen
−
Hou lang, afhangend haar van de aanzuigopening
−
vandaan. Het zou in de aanzuigopening kunnen worden
getrokken. Draag evt. een haarnet.
Werk met het toestel niet blootsvoets of in lichte sandalen.
Draag persoonlijke beschermingsmiddelen.
Gehoorbeschermer dragen (geluidsdrukniveau aan de
−
werkplaats kan 85 dB (A) overschrijden).
Veiligheidsbril
−
Wij adviseren het dragen van een gezichtsbescherming,
−
om irritaties wegens stof te voorkomen.
Zorg dat uw werkomgeving in orde is. Rommel kan onge-vallen
veroorzaken.
Voorzichtig bij het achteruitgaan. Gevaar van struikelen!
Indien u op vreemde lichamen stuit, schakel het toestel
alstublieft uit en verwijder het vreemde lichaam. Alvorens u het
toestel weer inschakelt, controleer het alstublieft op eventuele
beschadigingen en laat, indien nodig, reparaties uitvoeren.
Let op de omgevingsinvloeden.
Gebruik de machine niet in een vochtige of natte
−
omgeving.
Zet de machine niet in de regen buiten.
−
Werk slechts bij voldoende zicht.
−
Houd andere personen en dieren van uw werkbereik weg.
Onderbreek het gebruik van de machine, wanneer personen,
vooral kinderen of huisdiren, in de buurt zijn en wanneer u het
werkbereik wisselt.
Laat andere personen, in het bijzonder kinderen, het
gereedschap of de kabel niet aanraken.
De bedienende persoon is binnen het arbeitsbereik van de
en
machine verantwoordelijk ten opzichte van derden.
Het toestel mag niet door personen met gereduceerde fysieke,
sensorische of mentale vermogen of personen met
onvoldoende kennis en ervaring worden gebruikt, behalve
wanneer ze door een voor hun verantwoordelijke persoon
worden gesurveilleerd of geïnstrueerd.
Kinderen mogen het toestel niet gebruiken.
Jongeren van minder dan 16 jaar mogen het toestel niet
bedienen.
Personen die de gebruiksaanwijzing niet hebben gelezen,
mogen het toestel niet bedienen.
Kinderen moeten in de gaten worden gehouden, om te
waarborgen dat ze niet met het toestel spelen.
Kinderen dienen uit de buurt van het apparaat te worden
geweerd.
Zet het toestel nooit aan, terwijl niet betrokken personen in de
buurt zijn.
De gebruiker is verantwoordelijk voor ongevallen met andere
personen of hun eigendom.
Laat de machine niet zonder toezicht achter.
Overbelast de machine niet. U werkt beter en zeker met de
juiste belasting van de machine.
Werk alleen met alle veiligheidsvoorzieningen op de juiste
wijze aangebracht. Verander niets aan de machine wat de
veiligheid in gevaar kan brengen.
Exploiteer het apparaat niet, wanneer beschermvoorzieningen
of afdekkingen zijn beschadigd of veiligheidsvoorzieningen,
zoals bv opvangzak, niet zijn aangebracht.
Apparaat resp. onderdelen van het apparaat niet veranderen.
Laat het toestel nooit ingeschakeld, wanneer het op de zijde
ligt. Het apparaat werd alleen voor de bediening in oprechte
positie ontwikkeld.
95