van de accu in het ingeschakelde elektrische ge-
reedschap kan tot ongevallen leiden.
– Let bij het boren in wanden op eventueel aanwe-
zige gas-, stroom- of waterleidingen.
– Open het accupack en het oplaadapparaat niet.
Ook na loskoppeling van het elektriciteitsnet is in
het binnenwerk van het oplaadapparaat een hoge
condensatorspanning aanwezig.
– Let erop dat er geen metalen deeltjes (bij v. me-
taalspanen) of vloeistoffen in het binnenwerk van
het oplaadapparaat komen via de opnames van
het accupack en de ventilatiesleuven (gevaar van
kortsluiting).
–
Laad geen accupacks van andere fabrikanten.
Het oplaadapparaat is alleen geschikt voor het
opladen van originele accupacks. Laad de ac-
cupacks niet in oplaadapparaten van andere fa-
brikanten.
Anders
explosiegevaar.
– Stel het accupack niet bloot aan hitte, zoals
voortdurend zonlicht of vuur. Er bestaat explosie-
gevaar.
–
Blus brandende Li-ion-accupacks nooit met wa-
ter maar maak gebruik van zand of een brand-
blusdeken.
5.3
Emissiewaarden
De volgens EN 60745 bepaalde waarden bedragen
gewoonlijk:
Geluidsdrukniveau
Geluidsvermogenniveau
Onzekerheid
VOORZICHTIG
Geluid dat bij het werk optreedt
Beschadiging van het gehoor
Draag gehoorbescherming!
Trillingsemissiewaarde a
richtingen) en onzekerheid K bepaald volgens EN
60745:
Boren in metaal
Schroeven
bestaat
brand-
L
= 65 dB(A)
PA
L
= 76 dB(A)
WA
K = 3 dB
(vectorsom van drie
h
a
< 2,5 m/s
h
K = 1,5 m/s
a
< 2,5 m/s
h
K = 1,5 m/s
De aangegeven emissiewaarden (trilling, geluid)
zijn gemeten volgens de testvoorwaarden in EN
60745 en dienen voor de machinevergelijking. Aan
de hand van deze waarden kan ook een voorlopige
inschatting van de trillings- en geluidsbelasting tij-
dens het gebruik worden gemaakt.
De aangegeven emissiewaarden gelden voor de be-
langrijkste toepassingen van het elektrische ge-
reedschap. Wordt het elektrisch gereedschap ech-
ter voor andere toepassingen of met ander inzetge-
reedschap gebruikt, of is het onvoldoende
onderhouden, dan kan hierdoor de trillings- en ge-
luidsbelasting gedurende de hele werktijd aanzien-
lijk worden verhoogd. Met het oog op een vastge-
legde werkperiode dienen voor een juiste beoorde-
ling ook de hierin optredende vrijloop- en
stilstandtijden van de machine in acht te worden
genomen. Hierdoor kan de belasting over de totale
en
werkperiode aanzienlijk worden verminderd.
6
Inwerkingstelling
6.1
Accupack vervangen[2]
De accupacks van de BPC-reeks zijn ook voor
het gebruik met de accuschroefboormachines
T 12+3/T 15+3 met dezelfde spanning geschikt.
De vermogensindicatie [1-10] geeft de laadtoe-
stand van het accupack weer. Wanneer de vermo-
gensindicatie knippert, is het accupack leeg. De ca-
paciteitsaanduiding functioneert niet met NiCd- en
NiMH-accupacks.
6.2
Accupack laden[3]
Het accupack is bij levering onmiddellijk ge-
bruiksklaar en kan altijd onafhankelijk van zijn
laadtoestand opgeladen worden zonder dat de
levensduur ervan verkort.
Met het oplaadapparaat TRC 3 kunnen alle Festool
accupacks van bouwserie BPS en PBPC geladen
worden. Het oplaadapparaat herkent automatisch
het ingebrachte accutype (NiCd, NiMH of Li-ion).
Afhankelijk van de laadtoestand, de temperatuur
en de spanning van het accupack stuurt een micro-
processor het laadproces.
De LED [3-1] van het oplaadapparaat geeft de be-
treffende bedrijfstoestand van het oplaadapparaat
2
weer.
2
LED geel - continulicht
2
Oplaadapparaat is gebruiksklaar.
2
LED groen - snel knipperen
Accupack wordt met maximale stroom geladen.
LED groen - langzaam knipperen
Accupack wordt met gereduceerde stroom gela-
den, Li ion is voor 80 % geladen.
C 12 Li, C 15 Li
NL
37