Inbedrijfstelling
Als 10,5 V is bereikt, schakelt het apparaat naar de
verdere laadtrappen. Bij alle 12 V-laadprogramma's is
de revitalisering identiek.
z Programma's selecteren
Aanwijzing:
Als een accu in het spanningsbereik van 3,7 – 7,3 V
wordt herkend, kunnen de programma's 2 – 3 – 4 niet
worden opgeroepen. Het laadproces wordt automatisch
uitgevoerd. Afhankelijk van het gekozen programma wordt
de laadkarakteristiek qua spanning, tijd en temperatuur
bewaakt. Met diagnoseprogramma, revitaliseringsmodus
en druppellading.
Programma
1
2
3
4
Programma 1
Voor het laden van 6 V-accu's met een capaciteit van
minder dan 14 Ah.
Druk op de programmakeuzetoets
selecteren. Het symbool
Tijdens het laadproces knippert de laadweergave
toont hoe ver het laadproces is voortgeschreden
(1 – 4 balken). Wanneer de accu volledig is geladen, toont
de toestandsweergave
het apparaat schakelt automatisch naar de druppellading.
104
max. (V)
7,3 V
14,4 V
14,4 V
14,7 V
, "6 V", (7,3 V/0,8 A)
7
4 balken. Het knipperen stopt en
9
NL/BE
max. (A)
0,8 A
0,8 A
5,0 A
5,0 A
om programma 1 te
11
verschijnt op het LC-display.
en
8