1. Zet de motoreenheid (4) altijd op een droge, vlakke en stevige ondergrond. Druk de
zuignappen (6) vast op de ondergrond.
4. Draai het deksel van de mengbeker (1) tegen de wijzers van de klok in en neem het deksel
van de mengbeker (2).
5. Doe de gewenste ingrediënten in de mengbeker.
A
7. Controleer of de draaischakelaar (5) in de stand 0 staat. Steek de stekker in een correct
geïnstalleerd, goed toegankelijk stopcontact.
8. Zet de draaischakelaar (5) in de gewenste stand:
– Positie 1:
– Positie 2:
– Positie PULSE (puls): Het apparaat wordt in de pulsstand in werking gesteld.
Het deksel (1) bestaat uit twee delen. Voor het vullen met ingrediënten tijdens
gebruik kan het inzetstuk in het midden van het deksel worden verwijderd.
9. Zet de draaischakelaar (5) weer in de stand 0 om de blender uit te schakelen. Trek de
stekker uit het stopcontact.
10. Draai de mengbeker (2) tegen de klok in tot u weerstand voelt en neem de beker dan van
de motoreenheid (4).
2. Plaats zo nodig de mengbeker (2) zoals weergegeven op de
motoreenheid (4). De tuit (7) van de beker moet zich boven de
draaischakelaar (5) bevinden.
3. Draai de mengbeker (2) vast met de wijzers van de klok mee.
6. Sluit het deksel (1) weer. Plaats daartoe de 'neus' van het deksel
zoals weergegeven naast de tuit (7) en draai het deksel vast met
de wijzers van de klok mee.
Het apparaat wordt in werking gesteld en draait continu
op snelheid 1 ('langzaam').
Het apparaat wordt in werking gesteld en draait continu
op snelheid 2 ('snel').
De draaischakelaar moet worden vastgehouden.
39