Zaagtechnieken
•
Hou bij het onttakken het toestel in een hoek van maximaal 60°
tot de horizontale lijn om niet door een neervallende tak te worden
getroffen (fig. 25).
•
Zaag eerst de onderste takken van de boom af. Dat vergemakkeli-
jkt het neervallen van de gesneden takken.
•
Aan het einde van de snede verhoogt plots het gewicht van de
zaag voor de bediener omdat de zaag niet meer ondersteund is
door de tak. Er bestaat het gevaar de controle over de zaag de
verliezen.
•
Trek de zaag alleen uit de snede terwijl de zaagketting draait. Zo-
doende voorkomt u het vastklemmen.
•
Zaag niet met de top van het zwaard.
•
Zaag niet de dikke takaanzet. Anders zou dit de wondgenezing
NL
van de boom verhinderen.
Kleinere takken afzagen (fi g. 26):
Leg het aanslagvlak van de zaag tegen de tak. Daardoor wordt voor-
komen dat de zaag aan het begin van de snede met rukken beweegt.
Leid de zaag met lichte druk van boven naar beneden doorheen de
tak.
Vrij grote en langere takken afzagen (fi g. 27):
Maak bij vrij grote takken een ontlastingssnede.
Zaag eerst met de bovenkant van het zwaard van beneden naar
boven 1/3 van de diameter van de tak door (a). Zaag daarna met de
onderkant van het zwaard van boven naar beneden naar de eerste
snede toe (b).
Zaag de langere takken in secties af om de controle over de valplaats
te behouden.
Terugstoot
Onder terugstoot verstaat men het plots omhoog- of terugschieten
van de draaiende kettingzaag. De oorzaken zijn meestal het raken
Anl_PE_AHE_18_Li_Basic_SPK7.indb 166
Anl_PE_AHE_18_Li_Basic_SPK7.indb 166
- 166 -
15.01.16 13:08
15.01.16 13:08