AFB. 5
De lasmachine kan ook spoelen met een diame-
ter van 100 mm hebben. Volg de onderstaande
instructies voor de montage:
•
Verwijder de gemonteerde spoel (B) van de haspel (C).
•
Draai het vliegwiel (A) los, verwijderde veer en de bin-
nenste sluitring; verwijder de haspel (C) van de pin.
•
De spoel met diameter 100 mm op de pen aanbrengen;
de sluitring, de afstandhouder (G) en de veer insteken.
•
Het vliegwiel (A) weer aandraaien.
Het vliegwiel (A) bestaat uit het remsysteem van
de spoel. Door een overmatige druk wordt de
voedingsmotor overbelast. Met onvoldoende
druk wordt de spoel niet onmiddellijk geblok-
keerd wanneer er wordt gestopt met lassen.
•
De kunststof handgreep (A) aandraaien en laten zakken en de
draadaandrukhendel (B) loslaten (Afb. 6). Eventuele draadresten
uit de huls van de draadgeleider (E) weghalen.
•
De draad van de spoel loslaten en met een paar tangen strak hou-
den zodat het niet kan afrollen. Indien nodig recht trekken voordat
het in de invoerdraadgeleider (C) wordt gestoken. De draad inste-
ken en boven de onderste rol (D) en in de huls van de draadgelei-
der (C) laten lopen.
LET OP: Het laspistool recht houden. Wanneer er een
nieuwe draad in de huls wordt aangebracht, ervoor zor-
gen dat het netjes gesneden is (geen bramen) en ten
minste 2 cm aan het uiteinde recht is (geen bochten) an-
ders kan de huls beschadigd raken.
•
De draadaandrukhendel (B) naar beneden halen en onder druk
zetten met de kunststof knop (A. Lichtjes aandraaien. Wanneer het
te strak is wordt de draad geblokkeerd en zou de motor kunnen
beschadigen. Wanneer het niet strak genoeg is kunnen de rollen de
draad niet aantrekken.
LET OP: Zorg bij het vervangen van de draad of de draadinvoer-
rol ervoor dat de sleuf die overeenkomt met de draaddiameter
aan de binnenkant zit, aangezien de draad wordt ingevoerd
door de binnenste sleuf. De rollen tonen aan de zijkanten de
overeenkomstige diameters.
•
Sluit het zijpaneel van de machine. Sluit deze aan op het stop-
contact en schakel het in. Druk op de toets van het laspistool: de
draad die door de draadinvoermotor wordt gevoed moet langs de
huls glijden. Bij het verlaten van het pijpje de toets van het laspis-
tool loslaten. De machine uitzetten. Het boortje en het mondstuk
opnieuw monteren.
Wanneer de juiste uitgang van de draad is gecontroleerd "niet met het gezicht dicht
bij het laspistool komen", of tegen andere personen, u het risico om gewond te
raken door de uitgaande draad. Niet met uw vingers aan het aanvoermechanisme
van de draad komen tijdens de werking! De vingers kunnen bekneld raken in de
rollen. De beveiligingen die in de draadinvoer zijn aangebracht niet verwijderen.
De rollen regelmatig controleren en vervangen wanneer ze versleten zijn en een
negatieve invloed hebben op de draadtoevoer.
-NEDERLANDS-
•
Open het zijpaneel van het spoelcompartiment. De moer (A)
van de haspel losdraaien tot aan stand 1 (trommelrem). De
klem verwijderen (E, indien van toepassing); Als u de spoel
wilt vervangen de lege klos weghalen door te drukken op de
veerpen (D). (Afb. 5)
•
Verwijder de behuizing die de spoel opwikkelt en plaats deze
op de haspel. Monteer de buisklemmen (E/F, alleen voor spoel
van 5 kg, de smallere E moet worden geplaatst tussen de spoel
en de wand van de haspel) en ten slotte de moer (A) opnieuw
vastklemmen door te draaien tot 180 ° (stand 2).
KUNSTSTOF REDUCTIEMOTOR
KUNSTSTOF/ALUMINIUM
REDUCTIEMOTOR
ALUMINIUM REDUCTIEMOTOR
AFB. 5A
AFB. 6
123