4.6 - Aard van de muren en wanden die aan het
apparaat grenzen
•
Plaats de kachel op minstens 300 mm afstand van
de muren achteraan en opzij en van alle brandbare
materialen.
•
Om de vloer te beschermen tegen de uitstralende
warmte
en
eventueel
materialen, moet het toestel geplaatst worden op
een reflecterende metalen folie (of een tegelvloer)
die het hele vloeroppervlak onder en voor het
toestel bedekt.
•
Het toestel moet geïnstalleerd worden op een vloer
met
voldoende
bestaande constructie niet aan deze voorafgaande
voorwaarde
voldoet,
maatregelen getroffen worden (bijvoorbeeld de
installatie van een plaat voor het verdelen van de
belasting) om de vloer voldoende stevig te maken
om het toestel te kunnen dragen.
5 – VOORWAARDEN VOOR GEBRUIK VAN HET
APPARAAT
Uw kachel is een echt verwarmingstoestel :
•
Hoog rendement.
•
Werking in verlaagde snelheid van lange duur.
5.1 - Eerste ontsteking
•
Na implementatie van de schoorsteen en plaatsing
van het apparaat dient u de droogtijd van de
materialen die voor de bouw worden gebruikt in
acht te nemen (2 tot 3 weken).
•
Sluit de kachel op een kanaal waar meerdere
apparaten.
•
Maak na de eerste ontsteking (zie paragraaf
5.4.1), een gematigd vuur gedurende de eerste
uren door de lading van het apparaat te beperken
(een houtblok van ∅ 15 cm) met de luchtschuif op
intermediaire snelheid (zie paragraaf 5.4.2) :
progressieve verhoging van de temperatuur van het
geheel van de elementen van de schoorsteen en
een normale uitzetting van het apparaat.
•
Gedurende het eerste gebruik kan een geur van
verf van het apparaat komen : ventileer de ruimte
om deze onaangenaamheid te beperken.
5.2 - Brandstof
5.2.1 - Aanbevolen brandstof
Hard hout : eik, haagbeuk, beuk, kastanje, enz. in
houtblok van 50 cm (56 cm max) lengte.
Maximum laadhoogte : 20 cm.
vallende
brandbare
draagvermogen.
Indien
moeten
de
geschikte
Wij raden u aan om zeer droog hout te gebruiken
(maximum vochtigheid 20%), d.w.z. 2 jaar opslag onder
dak na het hakken, om een beter rendement te
verkrijgen en om vervuiling van het rookkanaal en de
ruiten te vermijden.
Vermijd het gebruik van harsachtig hout
sparren ...) dat een meer frequent onderhoud van het
apparaat en het kanaal nodig maakt.
5.2.2 - Verboden brandstoffen
Alle andere brandstoffen dan het hout zijn verboden,
met name steenkool en zijn derivaten.
Het verbranden van klein hout, snoeihout, plankjes,
een
stro, en karton is gevaarlijk en dient vermeden te
worden.
Het apparaat moet niet als afvalverbrandingsoven
gebruikt worden.
5.3 - Gebruik van de bedieningsorganen en
accessoires
Regellipje voor de luchttoevoer (Fig. 9): dit moet met
behulp van de poker worden gehanteerd.
Deurhendel: dit moet met behulp van de poker (Fig. 6)
of een pannenlap (ovenwant) worden gehanteerd.
Luikbediening van de buis : dit moet met behulp van de
poker (Fig. 6) of een pannenlap (ovenwant) worden
gehanteerd.
Schraper (Fig. 7): voor de verwijdering van as en de
reiniging van het toestel.
Verbrand uw handen niet, maak gebruik van de
hulpstukken.
ONTSTEKINGSREGISTER (Fig. 9)
De positie aansteken wordt verkregen door het lipje
rechtstreeks met de hand te manoeuvreren: deze
positie mag enkel worden gebruikt wanneer het toestel
"koud" is. Deze positie mag niet langer dan 30 minuten
worden aangehouden. Het toestel moet tijdens de
volledige duur van de aansteekfase onder toezicht
blijven. Om de positie te verkrijgen, voert u de volgende
handelingen uit (positie C Fig.9) :
•
Handeling nr. 1:
Trek het regellipje voor de luchttoevoer tot aan de
aanslag, met de vergrendeling van de positie
"maximumstand" als gevolg.
•
Handeling nr. 2:
Til het regellipje omhoog.
•
Handeling nr. 3:
Trek het lipje zo hoog mogelijk: u staat in de positie
"aansteken".
51
(dennen,