8.
NORMAAL ONDERHOUD
8.4
TE VERRICHTEN PERIODIEKE CONTROLES
Reiniging van het ovencompartiment
In het compartiment kunnen er resten van verschillende
aard aanzetten; het is noodzakelijk dit aan het einde van
de dag te controleren.
Indien nodig de resten handmatig verwijderen het filter op
de bodem van het compartiment (Afb. 7) wegnemen om de
afvoer van eventueel achtergebleven resten vrij te maken.
Na het voltooien van de handelingen het filter terug plaat-
sen in het ovencompartiment.
Indien nodig de plaatsteunen van de pinnen (Afb.
9) wegnemen en uit het compartiment verwijderen.
Reiniging filter
Indien nodig het filter losdraaien (Afb. 8), wassen met drink-
water en niet-schuren en of -bijtend materiaal om mogelijke
vaste resten te verwijderen. Zorgvuldig drogen. Na het vol-
tooien van de handelingen het filter weer vastdraaien.
Bericht "Filter Cleaning" (Display 2): ga verder
met het normale onderhoud van het filter.
Druk, na het voltooien van de reiniging gedurende
5 seconden op de toets "MEER" om het bericht te
verwijderen
Reiniging opvangbak condens
In de opvangbak condens kunnen resten aanwezig zijn die
het wegstromen van de verzamelde vloeistof belemmeren;
dit moet aan het einde van de dag gecontroleerd worden.
Indien nodig deze resten handmatig verwijderen om het af-
voergat vrij te maken (Afb. 11).
Reiniging intern en extern glas
Het apparaat heeft een aan de deur bevestigde ruit en een
afneembare ruit. Indien nodig en met de compleet geopen-
de deur, de klemmen van de ruit (Afb.10) ontgrendelen en,
zeer voorzichtig, de afneembare ruit aan beide kanten rei-
nigen. Alvorens het weer aan de deur te bevestigen ook,
de vaste ruit zorgvuldig reinigen.
Controle en reiniging
afdichting deur
Na elke wasprocedure van het ovencompartiment en aan het
einde van de dagelijkse cyclus, moet voor het goede behoud
de deurafdichting zorgvuldig gereinigd worden (Afb.12).
Was de afdichting met niet-schurende en/of niet-bijtende
producten, droog zorgvuldig en breng vervolgens over het
gehele oppervlak een laagje vaseline-olie geschikt voor voe-
dingswaren aan om de afdichting zacht en goed te bewaren.
Controle en reiniging afvoeren
Voor een correcte afvoer van het water in het riool moet
men de gehele leiding op obstakels of andere belemmerin-
gen controleren (Afb.9-13).
DEZE HANDLEIDING IS HET EIGENDOM VAN DE FABRIK ANT EN ELKE, OOK GEDEELTELIJKE, REPRODUCTIE IS VERBODEN
Fig. 7
Fig. 10
Fig. 11
- 17 -
17
Fig. 8
Fig. 9
Fig. 12
Fig. 13