CS.SB80.IST-1 / Rev 1.3
REINIGING EN ONDERHOUD
Voorzorgsmaatregelen voor de reiniging
Verzeker u van het volgende, alvorens het apparaat schoon te maken of onderhoud erop te plegen:
-
het apparaat moet gedoofd en alle delen ervan moeten helemaal afgekoeld zijn;
-
de as moet helemaal afgekoeld zijn.
-
de aszuiger die gebruikt wordt om de as op te zuigen moet geschikt zijn en het filter ervan moet in goede staat zijn.
Alvorens het apparaat weer te gebruiken moeten alle eerder gedemonteerde componenten teruggeplaatst worden.
Tijdens het schoonmaken moeten de persoonlijke veiligheidsuitrustingen worden gebruikt die worden voorgeschreven door de richtlijn 89/391/EEG.
De regelmaat van het schoonmaken hangt af van het type en de kwaliteit van de verbrande pellets. De tijden die hieronder worden vermeld, kunnen
daarom variëren.
Elk probleem met het apparaat dat ontstaat door onvoldoende reiniging ervan, wordt niet gedekt door garantie. De veiligheid van het product
wordt aangetast als deze werkzaamheden niet worden verricht.
De reinigingswerkzaamheden kunnen worden uitgevoerd door de eindgebruiker, zoals in de volgende paragrafen wordt aangegeven.
Gewone reiniging
De gewone reiniging van het apparaat moet minstens eenmaal per 30 bedrijfsuren, of na 6-8 ontstekingscycli, worden uitgevoerd, om altijd de grootste
efficiëntie en optimale werking van het apparaat te waarborgen. Ga als volgt te werk:
Gebruik de speciale reinigingshaak schraper voorzijde om de staaf te pakken en hem vervolgens naar voor en naar achteren te bewegen om de
luchtwisselaar te reinigen van de verbrandingsresten
3
Verwijder de ring die de vuurhaard en het rooster bedekt en verwijder de verbrandingsresten
Zuig de as die in de vuurhaard valt of buiten de vuurhaard
LET OP: gebruik een geschikte aszuiger met een fijnmazig filter, om te voorkomen dat een deel van de opgezogen as in de omgeving
terugkeert en om beschadiging van de aszuiger zelf te vermijden. Geadviseerd wordt om een stofzuiger te gebruiken.
1
(afb.
1). Zuig daarna het asresidu af, dat zich heeft gevormd boven de vlamverdeler
4
(afb. 5)
2
weg. Indien noodzakelijk verwijdert u de aanslag van de bodem van eventuele
verbrandingsresten.
22
5
(afb. 3 en 4).
NEDERLANDS
(afb.
2).