SLV SL-1 Mode D'emploi page 7

NEDERLANDS
GEBRUIKSHANDLEIDING VOOR
STAANLAMP
WORKLIGHT LED SL-1 with Sensor
Lees deze korte handleiding zorgvuldig door en bewaar deze voor later
gebruik op een toegankelijke plaats!
VEILIGHEIDSVERWIJZINGEN
Niet- naleving van de veiligheidsinstructies kan tot levens-,
verbrandings- of brandgevaar leiden!
 Installatie, montage en aansluitingen mogen slechts gebeuren door een
erkend electricien.
 Soort aansluiting type Y: In geval van beschadigingen mag de buitenste
flexibele bekabeling van deze lamp alleen door de fabrikant of door een
gekwalificeerde elektrotechnische vakman worden vervangen.
 Het product mag niet veranderd of gemodificeerd worden.
 Niets aan het product hangen of bevestigen, zeker geen versieringen.
 Het product niet afdekken. De luchtcirculatie niet beperken.
 In het geval van fout mag u het product niet meer aanraken. Product
meteen uitschakelen door de externe lichtschakelaar te bedienen of door
de geleider aan de beveiliging vrij te schakelen!
Er bestaat een geval van fout indien
 er zichtbare beschadigingen zijn.
 het product niet foutloos werkt (bv. indien het flikkert).
 het kwalmt, stoomt, of hoorbaar kraakt.
 er brandlucht ontstaat.
 er een oververhitting te zien is (bv. d.m.v. verkleuringen, ook aan
aanliggende vlakken).
Product pas gebruiken nadat het door een erkend electricien werd
gerepareerd en gecontroleerd!
 Het product is niet voor het gebruik door kinderen bestemt. Stel zeker, dat
kinderen door het product niet gewond kunnen raken, b. v. brandwonden
door hete oppervlakten of elektrische schok.
Verdere veiligheidsaanwijzingen zijn met dit symbool:
GEBRUIK AANGEPAST AAN DE DOELEINDEN
Dit product dient alleen voor verlichtingsdoeleinden en mag:
 uitsluitend met een spanning van 220-240V ~50/60Hz gebruikt worden.
 slechts overeenkomstig met beschermklasse I (een) aangesloten
worden.
 uitsluitend op normale, c.q. niet ontvlambare oppervlakten gebruikt
worden.
 alleen in droge omstandigheden, dus niet:
 in vochtige ruimtes of plaatsen waar het vuil kan worden.
 op plaatsen met een hoge luchtvochtigheid gebruiken.
 mag niet aan zware mechanische belasting of sterke vervuiling worden
blootgesteld.
OPSTELPLAATS
Gebruik het product enkel op een stabiele, effen, ondergrond die niet kan
omkippen.
Kiest u de montageplaats zó dat geen gevaar door de lamp kan ontstaan
(b.v. door struikelen, ertegen te stoten, etc.).
Voor de optimale daglichtbesturing dient een minimum afstand van 1,15 m ten
opzichte van ramen in acht te worden genomen (afb. B).
MONTAGE
 Er wordt aanbevolen de lamp in een liggende staat te monteren.
 Monteert u het eerst de lampenvoet (1).
 Doet u de lampenkop open (2).
 Let erop dat de lampkop niet op de sensor ligt.
 Zet u de lampenkop op de lampenposten. Fixeert u de lampenkop met de
bijgevoegde schroeven (3).
 Verbindt u de stekker van de lampenkop met de koppelingen in de
lampenpost (4). Plaats vervolgens de verbindingsstekker in de lampkop.
 Doet u de lampenkop weer dicht. (5).
 Stelt u de lamp op. Let u op de aanwijzigingen m.b.t. de opstelplaats!
15
1 30
15
1 30
15
1 30
Instellingen aan de Switch Box:
Via de schakelaar „Prolong time" kan een verlengde uitschakeltijd worden
geactiveerd. Als dit wordt geactiveerd, wordt na afloop van de
uitschakelvertraging de helderheid van de lamp gedurende 15 resp. 30 minuten
.
gereduceerd tot een minimum voordat deze dan definitief uit gaat.
Via de schakelaar „Mode" kan worden ingesteld vanaf welke overschrijding van
de omgevingslicht de lamp uit gaat. Bij de instelling „off" wordt vanaf een
overschrijding van 150% van de ingestelde helderheid aan de daglichtsensor de
lamp uitgeschakeld. Bij de instelling „on" ligt deze waarde bij 250%.
Overzicht van de sensor- en switch-box instellingen
Prolong time
on off
Mode
on off
Daglicht
sensor
= uit
Prolong
time
= 0 min.
Daglicht
sensor
= aan
Prolong
time
= 0 min.
Uitschakelen van de lamp bij het overschrijden van het
150%
Sensorinstellingen
Basisinstelling
I : alleen bewegingsafhankelijk gebruik (het bereik
dat door de bewegingsmelder wordt bewaakt
wordt weergegeven in afb. A)
II: Bewegings- en daglichtafhankelijk gebruik
Vertraagde uitschakeling (1 – 30 minuten):
Hier wordt de tijdsduur ingesteld waarna de lamp,
na de laatste bewegingsregistratie uitschakelt.
Daglichtsensor (alleen actief bij basisinstelling II):
Hier wordt de helderheid ingesteld, die op de
verlichte omgeving aanwezig dient te zijn. De
ingestelde helderheid wordt afhankelijk van het
omgevingslicht geregeld. Als er sprake is van
meer omgevingslicht wordt de helderheid van de
lamp verminderd. Als er sprake is van minder
omgevingslicht neemt de helderheid van de lamp
toe. Zodoende wordt gewaarborgd, dat de
ingestelde helderheid constant blijft voor het te
verlichten gebied. Het gebied dat door de
daglichtsensor wordt geregistreerd wordt
weergegeven in afb. C.
Knop voor de inbrandfunctie voor TL-lampen (is
niet nodig)
on off on off on off
on off on off
on off
Daglicht Daglicht Daglicht
sensor sensor sensor
= uit = uit = uit
Prolong Prolong Prolong
time time time
= 30 min. = 0 min. = 30 min.
Daglicht Daglicht Daglicht
sensor sensor sensor
= aan = aan = aan
Prolong Prolong Prolong
time time time
= 15 min. = 0 min. = 15 min.
omgevingslicht van
150% 250% 250%
GEBRUIK
Ingebruikneming
Slechts delen gebruiken die met het product meegeleverd worden of
definitief als toebehoren worden beschreven!
Controleren of er losse onderdelen in het product zijn. Indien dit het geval
is en deze onderdelen niet expliciet zijn beschreven, mag het product niet
worden geïnstalleerd of gebruikt.
 Steekt u de netstekker van het produkt in een stopcontact van het
openbaar elektriciteitsnet.
 Met deze schakelaar kunt u de lamp aan- en uitschakelen resp. dimmen.
Kort drukken = aan / uit
Lang drukken = gebruik met dimmer
INSTANDHOUDING EN VERZORGING
Lichtbron
 LED verlichting heeft bij normaal gebruik, een extreem lange levensduur.
Wanneer er toch schade of storingen optreden, dient u zich tot de erkende
vakman te wenden.
Verzorging
Schakel eerst het complete product spanningsvrij en laat het afkoelen,
voor u schoonmaak- of onderhoudswerkzaamheden aan het product uitvoert.
 Product slechts met een bevochtigd en zacht doekje zonder pluisjes
schoonmaken. Ook a.u.b letten op eventueel bijgevoegde onderhoud- en
schoonmaakaanwijzingen.
OPSLAG EN AFVALVERWERKING
Opslag
 Het product moet droog en beschermd tegen vervuiling en mechanische
belasting worden opgeslagen.
Na een vochtige of vervuilde opslag mag het product pas na een
statustest door een erkend elektricien gebruikt worden.
Afvalverwijdering (Europese Unie)
 Het product niet via het huishoudelijk afval weggooien! Producten met dit
symbool dienen in overeenstemming met richtlijn (WEEE, 2012/19) via
elektrische en elektronische apparatuur bij de plaatselijke inzamelpunten
voor elektrisch afval te worden verwijderd!
artnr. 157911 / 157915 © 21.03.2018 SLV GmbH,
Daimlerstr. 21-23, 52531 Übach-Palenberg, Germany,
Tel. +49 (0)2451 4833-0
Behoudens technische wijzigingen.