DSC WT4901 Instructions D'installation page 7

WT4901/WT8901 draadloze
tweerichtingssirene - Installatiehandleiding
Gebruik deze installatiehandleiding samen met de installatiehandleiding van het
bijbehorende alarmsysteem. Alle instructies in die handleiding moeten worden
nageleefd. De WT4901/WT8901 is een draadloze tweerichtingssirene voor
binnengebruik. De sirene wordt geactiveerd bij een alarmvoorwaarde die wordt
ontvangen van een compatibel tweerichtingsbeveiligingssysteem (bijvoorbeeld de
PC9155) via het draadloze DSC-protocol. Nadat de WT4901/WT8901 bij het
beveiligingssysteem is ingelezen, kan het opdrachten ontvangen van het systeem voor
het afgaan van alarmen en de communicatie van noodzakelijke reacties, zoals
systeemstatus. De sirene kan verschillende alarmsignalen (bijvoorbeeld, continue bij
inbraak, pulserend bij brand (zoals gebruikt in Canada) of een evacuatiesignaal van
drie herhaalde stoten (zoals gebruikt in de Verenigde Staten)), belsignalen en
zoemertonen laten klinken, afhankelijk van de ontvangen opdracht.
De WT4901/WT8901 geeft een supervisiesignaal richting het beveiligingssysteem
om te controleren of de draadloze communicatie momenteel functioneert.
Bovendien worden de status van de sabotageschakelaars van de behuizing en de muur
en de batterijstatus gecontroleerd. In het geval van een bijna lege batterij of een
activering bij sabotage verzendt de WT4901/WT8901 het betreffende signaal naar het
beveiligingssysteem en geeft indien van toepassing een hoorbare indicatie om aan te
geven dat een systeemgebeurtenis heeft plaatsgevonden. Meerdere exemplaren van de
WT4901/WT8901 kunnen als afzonderlijke eenheden worden ingelezen bij en worden
beheerd door hetzelfde beveiligingssysteem.
Specificaties
Werkingstemperatuur: -10°C tot +55°C; temperatuurbereik voor UL/ULC: 0°C tot +49°C
Relatieve luchtvochtigheid: 0 tot 93%, niet-condenserend
Werkingsfrequentie: 433,92 MHz , 868 MHz (WT8901)
Batterijen: 6V (4) AA 1,5 V Alkaline (Energizer, E91)
Levensduur batterijen: 2 jaar (bij typisch gebruik)
Batterij bijna leeg bij: 4.0 V, vooraf bepaald
Uitvoerniveaus: 85 dB @ 3 m (hoog volume)/65 dB @ 3 m (middelmatig volume)
Type signaleringsapparaat : Zelf voedend
Afmetingen: 8.4cm x 12.8cm x 2.6cm, Gewicht=0.26kg
EN 50131-1 GRADE2 / CLASS II; EN50131-4, EN50131-6 Voeding Type C
Compatibel met: PC9155-433/868, PC9155D-433/868, PC9155G-433/868 (-868 WT8901)
Inhoud van de doos
WT4901/WT8901, Installatieblad, Bevestigingspakket: 3 schroeven en 3 plastic
pluggen, 4 AA batterijen.
Inlezen van de draadloze tweerichtingssirene
Het serienummer van de WT4901/WT8901 wordt alleen gebruikt wanneer de
binnensirene ingelezen en ingeschakeld wordt. Door de WT4901/WT8901 in te
lezen kan deze met het bedieningspaneel communiceren. De installateur kan de
binnensirene activeren met de Snelle inlezing of Programmering van het
serienummer, zie onder.
OPMERKING: Zorg dat het bedieningspaneel is geïnstalleerd voordat de
binnensirene wordt geactiveerd.
Snelle inlezing
1. Open de inleesmodus via de installatieprogrammering, zie sectie [898] in de
installatiehandleiding van het alarmsysteem.
2. Schakel de binnensirene in als u dat nog niet hebt gedaan. Houd de testknop
gedurende 2 seconden (de sirene piept één keer).
3. De binnensirene stuurt een verzoek naar het beveiligingssysteem om bij het
systeem te worden ingelezen.
DUT
4. Op het toetsenpaneel wordt het elektronische serienummer weergegeven dat
moet worden bevestigd door [*] in te voeren. Als het elektronische serienummer
onjuist is, drukt u op [#] en herhaalt u deze stap.
5. Selecteer met welk modulenummer het apparaat moeten worden ingelezen.
OPMERKING: Het elektronische serienummer is een alfanumeriek nummer
van 8 tekens dat u op een sticker op het draadloze apparaat kunt vinden.
6. Herhaal de procedure vanaf stap 2 om elke extra binnensirene in te lezen.
Programmering van het serienummer
1. Open de inleesmodus via de installatieprogrammering, zie sectie [804] in de
installatiehandleiding van het alarmsysteem.
2. Selecteer met welk modulenummer het apparaat moeten worden ingelezen. Zie
de secties [301]-[304] voor sirenes.
3. Voer het serienummer in met het toetsenpaneel.
Plaatsingstest
Voer een plaatsingstest uit om te controleren of het signaal sterk genoeg is voor
goede communicatie tussen het beveiligingssysteem en de sirene.
1. Zet het beveiligingspaneel in de plaatsingstest, zie sectie [906].
2. Begin de test door de sabotageschakelaar van de sirene te activeren en te deactiveren of
door de testknop 2 seconden ingedrukt te houden (de sirene piept één keer).
3. De sirene reageert met één pieptoon als de locatie goed is, of met drie pieptonen
als de sirene op een slechte locatie is.
Fysieke installatie
De binnensirene wordt met de geleverde schroeven bevestigd op een vlak
oppervlak, zoals een gipsmuur.
OPMERKING: Wanneer de WT4901/WT8901 op een gipsmuur wordt
bevestigd, is het gebruik van de plastic pluggen verplicht.
OPMERKING: Bevestig de sirene niet over een inbouwdoos.
1. Open de WT4901/WT8901 door een schroevendraaier in de gleuven te steken en
wrik voorzichtig tot de behuizing loskomt van de achterplaat.
2. Als de batterijen nog niet zijn geplaatst, plaatst u de batterijen zoals getoond in
de inscriptie.
3. Plaats de achterplaat op een vlakke ondergrond en markeer deze locatie.
4. Bevestig de achterplaat met de geleverde schroeven op het bevestigingsoppervlak.
5. Steek de behuizing voorzichtig op de achterplaat zodat deze correct wordt
uitgelijnd met de sabotageschakelaar en klik de behuizing vast op de
achterplaat. De muursabotageschakelaar moet gesloten blijven wanneer de
binnensirene wordt bevestigd.
Testknop
Met de testknop wordt de plaatselijke sirene 4 seconden geactiveerd. Houd de
testknop van de sirene (aan de voorkant van de WT4901/WT8901) ingedrukt om
te controleren of de binnensirene functioneert. Als de sirene functioneert gaat deze
af, 2 seconden op middelhoog volume, gevolgd door 2 seconden op vol volume. De
WT4901/WT8901 hoeft niet bij een systeem te zijn ingeschreven om deze test uit
te voeren.
De batterijen vervangen
Het beveiligingssysteem zal aangeven wanneer de batterijen bijna leeg zijn en
vervangen moeten worden. Om te bepalen welke sirene een lage accu heeft moet de
test knop gedurende 5 seconden worden ingedrukt. Als de sirene 4 seconden gaat dan is
de accu in orde. Als de sirene niets doet dan is de accuspanning te laag. Na het
verwijderen van de accu moet 30 seconden worden gewacht alvorens de nieuwe accu te
plaatsen. AA alkalinebatterijen van 1,5 V van Energizer kunnen worden gebruikt.
ALLEEN VERVANGEN DOOR HET DOOR DE FABRIKANT AANBEVOLEN
TYPE. Open de behuizing en plaats de batterijen zoals getoond in in de inscriptie. Als
de batterijen verkeerd worden geplaatst, met omgedraaide polariteit, zal de
binnensirene niet werken. Bij typisch gebruik kan de WT4901/WT8901 minimaal 2 jaar
functioneren op alleen batterijen zonder dat deze vervangen hoeven te worden.
Probeer deze batterijen niet opnieuw op te laden. Gooi gebruikte
batterijen weg in overeenstemming met de in uw regio geldende
voorschriften voor afvalverwerking en recycling.
Behuizing binnensirene Achterplaat binnensirene
Bevestigingsgaten (2)
Testknop
Testknop
Sabotage
Batterij (4) AA
Zoemer
1,5 V Alkaline
Bevestigingsgat
Gleuven voor verwijderen
van behuizing
Configuratie en testen
Indien nodig kunnen de opties van de WT4901/WT8901 worden ingesteld voor
gewenste systeemreacties. Door middel van het bediendeel heeft de installateur toegang
tot de programmeringsmenu's van de sirene die door het hoofdpaneel worden
ondersteund, bijvoorbeeld opties voor draadloze alarmgevers (zie onderstaande tabel),
sirene-inschrijving en het activeringsmenu voor de plaatsingstest. De maximale sirenetijd
kan door de installateur worden geprogrammeerd, zie parameter [804[330] van de
alarmsysteem handleiding. Voor EN installaties is de maximale sirenetijd die een
signaleringsapparaat continue mag produceren 15 minuten. Opmerking: De duur van
de sirenetijd kan varieren afhankelijk van lokale en nationale regelgeving.
Programmasectie Opties
Alarmgever: 
1. Sirene ingeschakeld

2. Zoemernotificatie

Sirenenr. 1[311] ingeschakeld*

 3. Deurbel ingeschakeld
Sirenenr. 2[312]

4. Storingspiep ingeschakeld

Sirenenr. 3[313]

5. Belsignalen ingeschakeld

Sirenenr. 4[314]

6. Voor toekomstig gebruik

7. Zoemeralarmen na
beltime-out

8. Sabotageschakelaar
sirene ingeschakeld
Algemene 
1. Sirene/stroboscoop
alarmgever:
geactiveerd bij sabotage

Sirenesnr. 1-4

2. Prealarmsignaal
[320]
ingeschakeld*
 
3. tot 8. Voor
toekomstig gebruik
* De algemene sirene optie #2 (Pre-alarm Signaal) werkt) alleen op sirenes die
sirene optie #2 hebben geactiveerd.

1. Sirene uitgeschakeld

2. Zoemernotificatie
uitgeschakeld

3. Deurbel uitgeschakeld

4. Storingspiep uitgeschakeld

5. Belsignalen uitgeschakeld

6. Voor toekomstig gebruik

7. Zoemeralarmen volgen
alarmvoorwaarde

8. Sabotageschakelaar
sirene uitgeschakeld

1. Sirene/stroboscoop niet
geactiveerd bij sabotage

2. Prealarmsignaal
uitgeschakeld
 
3. tot 8. Voor
toekomstig gebruik