Storingen verhelpen
Kenmerk
De motor loopt niet (totale uitval).
Het apparaat stopt niet.
Het rolluik stuurt na de montage niet helemaal
omhoog.
64
Mogelijke oorzaak
De aansluitingen zijn niet correct uitgevoerd.
De adapter is van de limietring geslipt.
De wikkelbuiskap is niet goed met de wikkelbuis
verbonden.
De wikkelbuis is te kort.
De instelling van het bovenste eindpunt klopt
niet.
Maatregel
Waarborg dat het apparaat correct is aangesloten.
Voor informatie over het aansluiten van het apparaat
verwijzen wij naar het punt 'Apparaat aansluiten' vanaf
pagina 61.
Laat werkzaamheden aan de spanningsvoorziening alleen
uitvoeren door een gekwalificeerde, opgeleide
elektromonteur.
Waarborg dat de stroomtoevoer naar het apparaat
onderbroken is.
Demonteer het apparaat.
Voor informatie over de demontage van het apparaat
verwijzen wij naar het hoofdstuk 'Apparaat demonteren'
vanaf pagina 66.
Waarborg dat de adapter met de groef over de veer vlak
tegen de aandrijfkop zit.
Monteer het apparaat in omgekeerde volgorde.
Stuur het rolluik helemaal naar beneden.
Waarborg dat de stroomtoevoer naar het apparaat
onderbroken is.
Verwijder het rolluik van de wikkelbuis.
Waarborg dat de wikkelbuiskap vast op de wikkelbuis
geschroefd is.
Waarborg dat de stroomtoevoer naar het apparaat
onderbroken is.
Demonteer het apparaat.
Voor informatie over de demontage van het apparaat
verwijzen wij naar het hoofdstuk 'Apparaat demonteren'
vanaf pagina 66.
Monteer de nieuwe wikkelbuis.
Voor informatie over het op maat zagen en de montage van
de wikkelbuis verwijzen wij naar het punt 'Wikkelbuis op
maat zagen' vanaf pagina 59.
Monteer het apparaat in omgekeerde volgorde.
Stel het bovenste eindpunt in.
Voor informatie verwijzen wij naar het punt 'Eindpunten
instellen' vanaf pagina62.