Als de motor het gewenste eindpunt passeert, gaat u als volgt te werk:
stop de motor.
stuur de motor in opwaartse richting.
stop de motor boven het gewenst eindpunt.
draai de bovenste instelschroef met het instelgereedschap voorzichtig in
richting MINUS.
stuur de motor in neerwaartse richting om het nu ingestelde eindpunt te
controleren.
herhaal zo nodig de hierboven vermelde stappen totdat het gewenste eindpunt
is bereikt.
Ga als volgt te werk om de instellingen van de eindpunten te vervangen:
stuur het rolluik ongeveer tot in de middenstand.
stel de eindpunten in zoals tevoren beschreven.
Storingskenmerken en maatregelen
Kenmerk
De motor loopt niet (totale uitval).
Storingen verhelpen
Totale uitval verhelpen
De oorzaak voor een totale uitval is mogelijkerwijs een defecte motor. Een defecte
motor kan de volgende oorzaken hebben:
■ de motor werd door een fout in de mechanische eenheid sterk overbelast.
■ het rolluik werd door bevriezing geblokkeerd en de motor overbelast.
Als de buismotor defect is, moet u het apparaat demonteren en door de
superrollo-klantenservice laten repareren. Ga hierbij als volgt te werk:
Mogelijke oorzaak
De netspanning ontbreekt.
Storing in de apparaatfunctie
Motoroverbelasting door moeilijk lopende
rolluiken op grond van verschoven lamellen.
Motoroverbelasting door moeilijk lopende
rolluiken op grond van bevriezing.
De maximale bedrijfsduur (vier minuten) is
overschreden.
GEVAAR
Dodelijke elektrische schokken door het aanraken van onder
spanning staande onderdelen.
Voer geen reparaties uit aan het apparaat.
Open het apparaat nooit.
Neem contact op met de superrollo-klantenservice als het apparaat
defect is.
demonteer het apparaat conform de instructies in het hoofdstuk 'Apparaat
demonteren' vanaf pagina 66.
Laat het apparaat repareren door de superrollo-klantenservice.
Maatregel
Waarborg dat de verzorgingsspanning (230 V) beschikbaar
is.
Waarborg dat het apparaat correct is aangesloten.
Voor informatie verwijzen wij naar het punt 'Apparaat
aansluiten' vanaf pagina 61.
Laat werkzaamheden aan de spanningsvoorziening alleen
uitvoeren door een gekwalificeerde, opgeleide
elektromonteur.
Waarborg dat de stroomtoevoer naar het apparaat
onderbroken is.
Demonteer het apparaat.
Voor informatie verwijzen wij naar het hoofdstuk 'Apparaat
demonteren' vanaf pagina 66.
Waarborg dat de stroomtoevoer naar het apparaat
onderbroken is.
Waarborg dat de lamellen horizontaal zijn ingebouwd.
Breng de stroomtoevoer tot stand.
Stuur het rolluik omhoog en omlaag.
Smeer de moeilijk lopende punten in met glijwas.
Verwijder de bevriezingen.
Laat het apparaat ca. 20 minuten afkoelen.
Waarborg dat het apparaat vakkundig bediend wordt.
Waarborg dat de eindpunten correct zijn geplaatst.
Waarborg dat het rolluik soepel loopt.
Storingen verhelpen
63