Om letsel aan vingers te vermijden bij montage
en/of reinigen, het snijwerk vastzetten (afb. zie blz.
27) en werkhandschoenen dragen.
Schakel de machine uit en neem de steker uit het
stopcontact bij:
Reparatiewerkzaamheden
−
Onderhouds- en reinigings-
−
werkzaamheden
Transport van de machine
−
Het wisselen van de messen
−
Het verlaten van de machine (ook voor een korte
−
tijd).
Onderzoek
de
machine
beschadigingen.
Voor het verdere gebruik van de machine moeten
−
alle
veiligheidsvoorzieningen
worden op de juiste montage en het goed
functioneren.
Controleer of delen van de machine beschadigd
−
resp. defect zijn. Alle delen moeten juist
gemonteerd zijn en goed functioneren om de
machine correct te laten werken.
Beschadigde bescherminrichtingen en delen
−
moeten, indien noodzakelijk, door een erkende
reparatiewerkplaats gerepareerd of verwisseld
worden. Met uitzondering indien in de gebruiks-
aanwijzing anders aangegeven.
Beschadigde of onleesbare veiligheidsstickers
−
dienen te worden vervangen.
Elektrische veiligheid.
De aansluitkabel moet volgens IEC 60245
(H 07 RN-F) zijn, met een draad doorsnede van
minstens:
1,5 mm2 bij een lengte tot 25m.
−
2,5 mm2 bij een lengte vanaf 25m.
−
Bij het leggen van de aansluitleiding erop letten dat
deze niet gekneusd of geknikt wordt en dat de
stekerverbinding niet nat wordt.
Gebruik de kabel niet voor doeleinden warvoor hij
niet geschikt is. Bescherm de kabel tegen hitte, olie
of scherpe randen. De steker niet met de kabel uit
het stopcontact trekken.
Controleer de verleng kabel regelmatig op
beschadigingen en vervang hem als hij beschadigd
is.
Gebruik geen defecte kabels.
Gebruik alleen toegestane en gemerkte verleng-
kabels.
Maak geen geknutselde elektrische aansluitingen.
Veiligheidsvoorzieningen nooit overbruggen of
buitenwerking stellen.
Elektrische aansluitingen of reparaties mogen
alleen door een erkend bedrijf of een erkende
op
eventuele
gecontroleerd
25
reparatiewerkplaats
plaatselijke
voorschriften
worden.
Reparaties aan andere delen van de machine
mogen alleen door de fabrikant of een door hem
erkende werkplaats uitgevoerd worden.
Alleen de originele toebehoren en onderdelen
gebruiken. Bij het gebruik van niet originele
onderdelen kunnen risico's voor de gebruiker
ontstaan. De fabrikant kan niet aansprakelijk
gesteld worden voor ongevallen hierdoor ontstaan.
I
n
g
e
b
I
n
g
e
Overtuigt u zich er van, dat het apparaat compleet
en volgens voorschrift is gemonteerd.
Plaats de hakselmachine voor het gebruik op een
horizontale en stevige ondergrond (kiepgevaar).
Plaats het apparaat niet op een geplaveide of
steengruisondergrond.
Gebruik het toestel alleen in open lucht. Houd
afstand (minimum 2 m) van een muur of een ander
onbuigzaam voorwerp.
Controleer voor ieder gebruik
Aansluitleidingen op defecte plaatsen (scheuren,
−
sneden o. d.)
de machine op enventuele beschadigingen
−
of alle schroeven goed zijn vastgedraaid
−
Aansluiting op het net.
Vergelijk de netspanning met de spanning (bijv.
230 V.) die op het type plaatje is aangegeven. Sluit
de machine volgens de voorschriften en op een
geaard stopcontact aan.
Gebruik verleng kabel met voldoende diameter
Beveiliging
2000 W
16 A
2400 W 16 A traag
2500 W 16 A traag
Netimpedantie
Bij ongunstige netvoorwaarden kunnen er tijdens het in-
schakelen van het apparaat korttijdige spanningsdalingen
voorkomen, die andere apparaten kunnen belemmeren
(bijv. flakkeren van een lamp).
Er zijn geen storingen te verwachten, wanneer de in de
tabel aangegeven maximale netimpedanties worden
opgevolgd.
Opgenomen vermogen P
2000
2400 - 2500
uitgevoerd
worden.
moeten
opgevolgd
r
u
i
k
n
a
m
e
b
r
u
i
k
n
a
m
e
alleen voor Engeland/
Zwitserland
13 A traag
13 A traag
13 A traag
(W)
Netimpedantie Z
1
0,25
0,24
De
(Ω)
max