Storingen
Voor het verhelpen van iedere storing
− Toestel uitschakelen
− Stilstand van het zaagblad afwachten
− Stroomtoevoer onderbreken
Nach Na het verhelpen van iedere storing moeten alle veiligheidsvoorzieningen weer in werking gesteld en getest worden.
Storing
De machine schakelt niet in of
schakelt onbelast weer uit.
De motor blijft tijdens het zagen
stilstaan.
Het werkstuk klemt tijdens het
zagen.
Brandvlekken op het zaagvlak.
Spaanuitworp verstopt.
Motor loopt, zaagblad draait niet • V-snaar te los of defect
Zaag vibreert
Mogelijke oorzaak
• Stroomuitval.
• Verlengkabel defect.
• Motor of schakelaar defect.
• Zaagblad klemt.
• Het zaagblad is stomp.
• Werkstuk wordt te snel aangevoerd.
• De motorveiligheidsschakelaar is geac-
tiveerd
• Zaagblad is stomp.
• De lengte- c.q. parallelaanslag staat niet
parallel tot het zaagblad,zie pagina 66
• Het zaagblad is stomp of ongeschikt
voor het materiaal.
• Geen afzuiginstallatie aangesloten
• Afzuigvermogen te zwak
• Zaagblad vervormd
• Zaagblad niet correct gemonteerd
Oplossing
• Zekering vervangen.
• Kabel testen, defecte kabel niet meer gebruiken.
• Motor of schakelaar door een servicewerkplaats laten
repareren
vervangen.
• Oorzaak verwijderen
• Zaagblad vervangen.
• Motor laten afkoelen en met minder druk verder
werken.
• Na de afkoel periode de motor weer inschakelen.
Motorbeveiliging, pagina 65.
• Het werkstuk stevig vasthouden en de motor
uitschakelen. Het zaagblad vervangen of laten slijpen.
• De liniaal opnieuw afstellen, zie pagina 66.
• Het zaagblad vervangen of laten slijpen.
• Zaag uitschakelen, spanen verwijderen en
afzuiginstallatie aansluiten
• Zaag
uitschakelen,
afzuigvermogen verhogen (luchtsnelheid ≥ 20
m/sec aan het spanenafzuigstuk.
• Gelieve contact op te nemen met een geautoriseer-
de klantenservice
• Zaagblad vervangen
• Zaagblad correct bevestigen
69
of
met
originele
onderdelen
spanen
verwijderen
laten
en