• Om de cyclus te starten, houdt u de toets „START/ENTER" langer ingedrukt (ca. 3 seconden).
• Indien de instellingen verkeerd zijn resp. het laadapparaat een fout vaststelt, dan klinkt een waarschu-
wingssignaal en wordt de betreffende informatie op het display weergegeven.
• Wanneer de cyclus is voltooid, klinkt een geluidssignaal. Op het scherm worden de meetbare gege-
vens getoond. Met de toetsen 'INC' resp. 'DEC' kunnen de afzonderlijke cycli opgeroepen worden.
Indien u de cycli eerder wilt stoppen, drukt u op de toets „BATT.TYPE/STOP".
• Druk op de toets „BATT. TYPE/STOP" om deze weergav te verlaten.
12. Loodaccu's (Pb)
De totale menustructuur kunt u op de uitklapbare kant in de juiste volgorde bekijken.
Hier zijn ook de toetsfuncties m.b.t. de bediening aangegeven.
a) Algemeen
Loodaccu's zijn een heel ander soort accu's dan NiMH- of NiCd-accu's. Deze kunnen vergeleken met
hun hoge capaciteit slechts een geringe stroom leveren en bovendien is het laadproces heel anders.
De laadstroom voor loodaccu's mag maximaal maar 1/10 (1/10 C) van de capaciteit van de accu bedragen.
Bij een 5000mAh-loodaccu (5Ah) mag daarom maximaal een laadstroom van 0.5A (500mA) worden
ingesteld.
Snelladen van loodaccu's is niet toegestaan omdat de accu hierdoor overbelast raakt -
explosie- en brandgevaar!
Raadpleeg altijd de op de accu aangegeven informatie resp. de gegevens van de
accufabrikant om te bepalen welke laadstroom is toegestaan.
130