BLUEHELIX PRO 25 C / 32 C
In omgekeerde volgorde te werk gaan om de voorste afdekking weer aan te brengen.
Controleer of de afdekking correct aan de bovenste bevestigingen wordt aangebracht
en volledig tegen de zijdelen zit. Na het aandraaien van de schroef "A" mag de kop
hiervan zich niet meer onder de onderste referentiegroef bevinden (zie afb. 26).
OK
Afb. 26 - Correcte positie van de frontafdekking
Regelmatige controle (jaarlijkse controle, zie de handleiding)
Om op de lange termijn een correcte werking van het apparaat te waarborgen, moeten
eenmaal per jaar de volgende controles door het vakpersoneel worden uitgevoerd:
• De besturings- en veiligheidsinrichtingen (gasventiel, debietmeter, thermostaten,
enz.) moeten correct werken.
• De uitlaatgasleiding moet perfect in orde zijn.
• De onderdrukkamer moet dicht zijn.
• De rookafvoerkanalen en lucht-/gasuitlaatafvoer moeten vrij van obstakels zijn en
mogen geen lekkages bevatten
• Branders en warmtewisselaars moeten schoon en vrij van verkalkingen zijn. Voor
de eventuele reiniging geen chemicaliën of staalborstels gebruiken.
• De elektrode moet vrij van verkalkingen en correct gepositioneerd zijn.
• De aanvoerinstallaties voor gas en water moeten correct afgedicht zijn.
• De waterdruk van de verwarmingsinstallatie in koude toestand moet ca. 1 bar be-
dragen; anders moet de instelling op deze waarde worden ingesteld.
• De circulatiepomp mag niet geblokkeerd zijn.
• Het expansievat moet gevuld zijn.
• De waarden m.b.t. de gasstromingssnelheid en druk moeten overeenkomen met de
gegevens in de betreffende tabellen.
• Het systeem voor de condensafvoer moet correct werken en mag geen lekkages
of verstoppingen hebben.
• De sifon moet met water gevuld zijn.
4.4 Oplossen van storingen
Diagnostiek
Bij het optreden van bedrijfsstoringen of defecten knippert het display en de code van
de storing wordt weergegeven.
Bepaalde storingen veroorzaken een permanente uitschakeling (aangeduid met de
letter "A"): Om de werking weer te herstellen, moet de resettoets (pos. 6 - afb. 1) 1
seconde lang worden ingedrukt. Indien geïnstalleerd, wordt de werking via de RESET
van de (optionele) ruimteregelaar met tijdschakeling hersteld; als de ketel niet inscha-
kelt, moet eerst de bedrijfsstoring worden opgelost.
Andere storingen (aangeduid met de letter "F") veroorzaken tijdelijke uitschakelingen,
die automatisch worden opgeheven, zodra de betreffende waarde in het normale fun-
ctiebereik van de ketel terugkeert.
Tabel van de bedrijfsstoringen
Tabel 8 - Lijst van de bedrijfsstoringen
Storingscode
Storing
Geen ontsteking van de
A01
brander
Waakvlam brandt ofschoon
de brander niet is inge-
A02
schakeld
Activeren van de overtem-
A03
peratuurbeveiliging
De veiligheid van de
A04
rookafzuiging activeren
De ventilatorbeveiliging
A05
activeren
38
NO
Mogelijke oorzaak
Oplossing
Controleer of de ketel regel-
Ontbrekende gastoevoer
matig van gas wordt voorzien
en de leidingen ontlucht zijn
Bedrading van de elektrode
Storing van de bewakings-/
controleren en controleren of
ontstekingselektrode
deze correct gepositioneerd
en niet verkalkt is
Gasventiel controleren en
Gasventiel defect
vervangen
Onvoldoende gasdruk in het
Gasdruk van het net
voedingsnet
controleren
Sifon controleren en indien
Sifon verstopt
nodig reinigen
Bedrading van de ionisatie-
Storing van de elektrode
elektrode controleren
Storing van de printplaat
Printplaat controleren
Correcte positionering en
Verwarmingssensor
werking van de verwarmings-
beschadigd
sensor controleren
Geen watercirculatie in de
Circulatiepomp controleren
installatie
Lucht in de installatie
Installatie ontluchten
Storing F07 is de afgelopen
Zie storing F07
24 uur 3 keer geactiveerd
Storing F15 is gedurende 1
Zie storing F15
uur geactiveerd geweest
Cod. 3541D189 - Rev. 01 - 04/2018
Storingscode
Storing
Geen vlam na de ontste-
A06
kingsfase (6 keer in 4 min.)
Hoge temperatuur van de
F07
uitlaatgassen
Storing van de sensor aan
F10
de toevoerzijde (VL-voeler)
Storing van de sensor aan
F11
de retourzijde
Storing van de sensor van
F12
het warm kraanwater
Storing van de uitlaatga-
F13
stemperatuurvoeler
Storing van de sensor aan
F14
de toevoerzijde 2 (STW)
Storing van de ventilator
F15
Netspanning lager dan
F34
170V
Afwijkende netfrequentie
F35
Verkeerde waterdruk in de
F37
installatie
Storing van de buitentem-
F39
peratuurvoeler
Plaats sensor
A41
Storing van de verwar-
A42
mingssensor
Activeren van de
F43
warmtewisselaarbeveiliging.
Plaats sensor
A44
Storing van de verwar-
F52
mingssensor
Storing in de besturing
A61
ABM03D
Geen communicatie tussen
het regelapparaat en het
A62
gasventiel
A63
Storing in de besturing
F64
ABM03D
A65
F66
A23
A24
F20
Afwijking van de
F21
printplaatparameter
A26
F40
F47
Mogelijke oorzaak
Oplossing
De positie van de ionisatie-
Storing van de ionisatie-
elektrode controleren, indien
elektrode
nodig, vervangen
Instabiele vlam
Brander controleren
Instelling offset bij minimaal
Storing offset gasventiel
vermogen controleren
Eventuele verstoppingen/
afsluitingen uit het scho-
Lucht-/uitlaatgasleiding
orsteen, rookafzuigingen,
verstopt
luchtleidingen en eindstukken
verwijderen
Sifon controleren en indien
Sifon verstopt
nodig reinigen
De uitlaatgasvoeler meet een
Warmtewisselaar controleren
te hoge temperatuur
Sensor beschadigd
Bedrading controleren of
Kortsluiting in de bedrading
sensor vervangen
Bedrading onderbroken
Sensor beschadigd
Bedrading controleren of
Kortsluiting in de bedrading
sensor vervangen
Bedrading onderbroken
Sensor beschadigd
Bedrading controleren of
Kortsluiting in de bedrading
sensor vervangen
Bedrading onderbroken
Temperatuurvoeler bescha-
Bedrading controleren of
digd
uitlaatgastemperatuurvoeler
Kortsluiting in de bedrading
vervangen
Bedrading onderbroken
Sensor beschadigd
Bedrading controleren of
Kortsluiting in de bedrading
sensor vervangen
Bedrading onderbroken
Bedrading van de 8-polige
Geen voedingsspanning 230V
connectors controleren
Bedrading van de 8-polige
Tachosignaal onderbroken
connectors controleren
Ventilator beschadigd
Ventilator controleren
Elektrische installatie
Problemen met het stroomnet
controleren
Elektrische installatie
Problemen met het stroomnet
controleren
Te lage druk
Installatie vullen
Waterdrukregelaar niet aange-
Drukschakelaar controleren
sloten of beschadigd
Temperatuurvoeler bescha-
Bedrading controleren of
digd of kortsluiting in de
sensor vervangen
bedrading
Temperatuurvoeler losgelaten
Buitentemperatuurvoeler weer
na activering van de glijtempe-
aansluiten of glijtemperatuur
ratuur
deactiveren
Controleer of de plaatsing en
Verwarmingssensor los van
werking van de verwarmings-
de leiding
sensor correct zijn
Sensor beschadigd
Sensor vervangen
Geen circulatie van H2O in de
Circulatiepomp controleren
installatie
Lucht in de installatie
Installatie ontluchten
Controleer of de plaatsing
Sensor sanitair water los van
en werking van de sensor
de leiding
sanitair water correct zijn
Sensor beschadigd
Sensor vervangen
Aardaansluiting controleren
Interne fout van de besturing
en eventueel besturing
ABM03D
vervangen.
Regelapparaat niet aange-
Regelapparaat op het
sloten
gasventiel aansluiten
Ventiel beschadigd
Ventiel vervangen
Aardaansluiting controleren
Interne fout van de besturing
en eventueel besturing
ABM03D
vervangen.
Verkeerde instelling van de
Printplaatparameter controle-
printplaatparameter
ren en eventueel wijzigen.
NL