INSTALLATIEVOORSCHRIFT
Aansluitmogelijkheden (fig. 3)
De doorvoer naar buiten kan zowel door de gevel als
door het dakvlak plaatsvinden.
Reken voor een 90° bocht 2 meter en voor een 45° bocht
1 meter. De lengte van de gevel- of dakdoorvoer hoeft niet
te worden meegerekend.
De maximale totale lengte is de som van de buislengte
plus de vervangende lengte voor de bochten (zie de 5
voorbeelden in fig. 3).
De dakdoorvoerset, luchtaanvoer / rookgasafvoer, de
concentrische pijp en bochten worden per stuk verpakt en
compleet geleverd met een klemband voorzien van
afdichtring.Tevens is een pan- of plakplaat verkrijgbaar
voor doorvoer door resp. een schuin of een plat dak.
Let op: Dit toestel mag uitsluitend met het door DRU
geleverde afvoermateriaal ø150/ø100 geïnstalleerd worden.
Dit is samen met het toestel gekeurd en voldoet hiermee
aan alle eisen.Voor afwijkend installatiemateriaal kan DRU
de goede en veilige werking niet garanderen.
Voorbereidingen voor het plaatsen van het
in- en uitlaatsysteem
• Maak een keuze uit de aansluitmogelijkheden volgens
figuur 3.
• Bouw de concentrische pijpen op vanaf het toestel. Als
door bouwkundige omstandigheden eerst een gedeelte
van het concentrische pijpensysteem wordt ingebouwd let
dan speciaal op de juiste montagewijze.
• Het toestel begint met een contradeel. Hierop de eerste
meter pijp plaatsen.
• Houdt een minimale afstand aan van 5 centimeter tussen
de buitenkant van de concentrische pijpen en wand of
plafond.
Geveldoorvoer met concentrische pijpen
Let op dat bij de geveldoorvoer eerst 0,5 of 1 meter pijp
verticaal gemonteerd moet worden.
• Bepaal de plaats van het toestel en van de plaats van de
geveldoorvoer.
• Maak op de plaats van de geveldoorvoer een gat van
Ø160 mm. Door brandbaar materiaal Ø 230 mm.
• Sluit nu één of meerdere concentrische pijpen verticaal
aan op de uitmonding van het toestel. Druk deze aan en
breng de klemband(en) aan.
• Plaats hierop de bocht en eventuele horizontale
concentrische pijpen en maak deze ook gasdicht.
• Sluit de geveldoorvoer aan op de bocht of horizontale
pijplengte en zorg dat deze ook gasdicht wordt afgesloten.
Dakdoorvoer met concentrische pijpen
Een dakdoorvoer kan op elk punt van het dak uitmonden,
eventueel met een versleping naar de nok. De
dakdoorvoer wordt afhankelijk van één van bovenstaande
(1)
(2)
fig. 6
4
Restrictieschuif
fig. 5
(3)
Doorsnede
Doorsnede
38c-1049