Plaats het tandwiel-differentieel „A4" en de achterste aandrijfas „A6"
A4
in het behuizingsonderdeel „A3". Breng geschikt vet (tandwielvet
voor de modelbouw) aan op de tandwielflanken van beide
tandwielen.
Controleer het correct zitten van de beide kogellagers, zie foto
A6
rechts.
A3
A1
S1
Plaats behuizingsonderdeel „A2", zodat de kogellagers in de
A2
geleidingen van de behuizing zitten.
S2 (4x)
Tot slot nog het bovendeel van de behuizing „A1" plaatsen; nu
kunnen de behuizingsonderdelen „A1", „A2" en „A3" aan elkaar
worden geschroefd.
De vier lange tapschroeven „S2" (draadlengte 15mm) horen daarbij
aan de rand, de ene korte tapschroef „S1" (draadlengte 10mm),
zie afb. rechts) hoort in het midden van het bovendeel van de
behuizing „A1".
Daarmee is het achterste differentieel klaar.
129