Hoofdstuk
02
Bediening van het toestel
! RDS
De programmaservicenaam, PTY-infor-
matie of de frequentie wordt weergege-
ven.
! Ingebouwde CD-speler
De verstreken weergavetijd wordt ge-
toond.
! Audio en basisinstellingen
De functienamen en de gekozen instel-
lingen worden weergegeven.
2 Voorkeuzenummer-/fragmentnummer-
indicator
Toont het fragmentnummer of het nummer
van de voorkeuzezender.
3 AF-indicator
Geeft aan of de functie AF (zoeken naar al-
ternatieve frequenties) is ingeschakeld.
4 TP-indicator
Geeft aan of er is afgestemd op een TP-zen-
der.
5 TA-indicator
Geeft aan of de functie TA (stand-by voor
verkeersberichten) is ingeschakeld.
6 RPT-indicator
Geeft aan of herhaalde weergave is inge-
schakeld.
7 LOUD-indicator
Verschijnt in het display wanneer loudness
is ingeschakeld.
8 Stereo-indicator (5)
Geeft aan of op de geselecteerde frequentie
in stereo wordt uitgezonden.
9 LOC-indicator
Geeft aan of automatisch afstemmen op lo-
kale zenders is ingeschakeld.
80
Nl
Basishandelingen
Het toestel aanzetten en een
signaalbron selecteren
U kunt de signaalbron selecteren waarnaar u
wilt luisteren. Om naar de ingebouwde CD-
speler over te schakelen, hoeft u alleen een
disc in het toestel te plaatsen (raadpleeg blad-
zijde 84).
% Druk op SOURCE om een signaalbron te
kiezen.
Druk meerdere keren op SOURCE om te scha-
kelen tussen de volgende signaalbronnen:
Tuner—Ingebouwde CD-speler—AUX
Opmerkingen
! In de volgende gevallen wordt er niet naar een
andere geluidsbron overgeschakeld:
— Als er geen disc in het toestel is geplaatst.
— Als AUX (externe ingang) is uitgeschakeld
(zie bladzijde 86).
! AUX is standaard ingeschakeld. Schakel AUX
uit als deze niet wordt gebruikt (raadpleeg De
externe ingang in- of uitschakelen op bladzijde
86).
! Als de blauw-witte draad van dit toestel is aan-
gesloten op de bedieningsaansluiting van de
automatische antenne van het voertuig,
schuift de antenne uit wanneer er een signaal-
bron van dit toestel wordt ingeschakeld. Als
de signaalbron wordt uitgeschakeld, wordt de
antenne weer ingeschoven.
Het volume afstellen
% Gebruik VOLUME om de geluidssterkte
te regelen.
Het toestel uitschakelen
% Houd SOURCE ingedrukt tot het toestel
uit gaat.