Het geluid is normaal.
u
Een borrelen en klateren
→
Dit geluid komt van het koelmiddel, dat door het koelcircuit
stroomt.
Het geluid is normaal.
u
Een zacht klikken
→
Het geluid ontstaat bij het automatisch in- en uitschakelen
van het koelaggregaat (de motor).
Het geluid is normaal.
u
Een brommend geluid. Kan voor korte tijd iets luider zijn,
wanneer het koelaggregaat (de motor) inschakelt.
→
Bij ingeschakelde Fast-Freeze, nieuw opgeslagen levens-
middelen of na lang geopende deur wordt het koelver-
mogen automatisch verhoogd.
Het geluid is normaal.
u
→
De omgevingstemperatuur is te hoog.
Oplossing: (zie 1.2)
u
Een lage bromtoon.
→
Het geluid ontstaat door luchtstromingsgeluiden van de
ventilator.
Het geluid is normaal.
u
Vibratiegeluiden.
→
Het apparaat staat niet stabiel op de grond. Door het draai-
ende koelaggregaat beginnen aangrenzende meubels en
voorwerpen te trillen.
u Controleer de inbouw en stel het apparaat opnieuw af indien
nodig.
u Flessen en containers uit elkaar zetten.
Een stromingsgeluid aan de sluitdemper.
Het geluid ontstaat bij het openen en sluiten van de deur.
→
Het geluid is normaal.
u
In de temperatuurdisplay wordt aangegeven:
→
Het betreft een storing.
Neem contact op met de Technische Dienst (zie Onder-
u
houd).
In de temperatuurdisplay brandt DEMO.
→
De demonstratie-modus is geactiveerd.
Neem contact op met de Technische Dienst (zie Onder-
u
houd).
Het apparaat is aan de buitenkant warm*.
→
De warmte van het koelmiddelcircuit wordt gebruikt om
condenswater te voorkomen.
Dit is normaal.
u
Temperatuur is niet laag genoeg.
De deur is niet goed gesloten.
→
Deur van het apparaat sluiten.
u
→
Niet voldoende be- en ontluchting.
Ventilatieroosters vrijmaken en reinigen.
u
→
De omgevingstemperatuur is te hoog.
Oplossing: (zie 1.2) .
u
→
Het apparaat werd te vaak of te lang geopend.
Afwachten of de benodigde temperatuur weer vanzelf wordt
u
bereikt. Zo niet, contact opnemen met de Technische
Dienst (zie Onderhoud).
→
U heeft teveel nieuwe levensmiddelen zonder FastFreeze
opgeslagen.
Oplossing: (zie 5.5.4)
u
→
De temperatuur is verkeerd ingesteld.
Stel de temperatuur lager in en controleer deze na 24 uur.
u
Het apparaat staat te dicht bij een warmtebron (fornuis,
→
verwarming enz.).
Verander de standplaats van het apparaat of van de warm-
u
tebron.
→
Het apparaat werd niet juist in de nis ingebouwd.
Controleer of het apparaat juist is ingebouwd en de deur
u
goed sluit.
* afhankelijk van model en uitvoering
De binnenverlichting brandt niet.
→
Het apparaat is niet ingeschakeld.
Apparaat inschakelen.
u
→
De deur was langer dan 15 min. open.
De binnenverlichting schakelt bij geopende deur na
u
ca. 15 min. automatisch uit.
→
De LED-verlichting is defect of de afdekkap is beschadigd:
WAARSCHUWING
Gevaar voor verwonding door een elektrische schok!
Onder de afdekking bevinden zich stroomgeleidende delen.
u LED-binnenverlichting uitsluitend door de Technische Dienst
of daarvoor geschoold personeel laten vervangen of repa-
reren.
WAARSCHUWING
Risico op letsel door LED-lamp!
De lichtintensiteit van de LED-verlichting komt overeen met
laserklasse 1/1M.
Als de afdekkap defect is:
u Niet met optische lensen uit directe nabijheid direct in de
verlichting kijken. Hierdoor kan oogletsel ontstaan.
8 Uitzetten
8.1 Apparaat uitschakelen
u Druk de On/Off-toets
ca. 2 seconden.
tot
w Er klinkt een lange pieptoon. Het temperatuurdis-
F0
F9
play is uit. Het apparaat is uitgeschakeld.
w Wanneer het apparaat niet kan worden uitge-
schakeld, is de kinderbeveiliging actief (zie 5.1) .
8.2 Buiten werking stellen
u Apparaat leegmaken.
u Apparaat uitschakelen (zie Uitzetten).
u Netstekker eruit halen.
u Apparaat reinigen (zie 6.2) .
u Laat de deuren een stukje open staan zodat er geen onaan-
gename geuren kunnen ontstaan.
9 Apparaat afdanken
Het apparaat bevat nog waardevolle materialen en
mag niet met het gewoon huis- of grofvuil worden
meegegeven. Het recyclen van afgedankte appa-
raten moet vakkundig gebeuren overeenkomstig de
plaatselijk geldende voorschriften en wetten.
Let erop dat bij het afvoeren van het afgedankte apparaat het
koelmiddelcircuit niet wordt beschadigd, zodat het koelmiddel
(informatie op het typeplaatje) of de olie erin niet ongewild vrij-
komen.
u Apparaat onbruikbaar maken.
u Trek de stekker uit.
u Snijd het aansluitsnoer door.
Uitzetten
Fig. 2 (1) in gedurende
9