De transformator heeft twee uitgangen. Deze uitgangen hebben altijd dezelfde uitgangsspanning. Het verschil ligt
echter in de stroomvoercapaciteit.
Bij de vooraansluitingen (9 en 10) kan slechts een stroom van max. 5 A worden getapt. Er is een geauto-
matiseerde stroomlimiet geïntegreerd.
De schroefaansluitingen op de achterkant zijn bestemd voor volledig nominale stroom.
Vanaf een uitgangsstroom van 20 A, raden wij de schroefklemfunctie van de achteraansluitingen aan om
oververhitting van de stekkeraansluitingen te voorkomen.
1. Koppel alle aangesloten elektrische verbruikers los van de uitgang.
2. Gebruik de aan-/uitschakelaar (1) om de transformator in te stellen. De gebruiksweergave (2/3) zal oplichten en
de stroom- en spanningsweergaven verschijnen op de display.
3. Stel de parameters in volgens uw specificaties zoals beschreven in het hoofdstuk "Starten".
4. Controleer nogmaals of de juiste uitgangsspanning is ingesteld.
5. Sluit de pluspool (+) van de elektrische verbruiker aan op de rode aansluiting "+" en de minpool (-) van de elektri-
sche verbruiker op de blauwe aansluiting "-" van de betreffende uitgang (voorkant = "AUX. OUTPUT", achterkant =
"MAIN OUTPUT").
6. U kunt de aangesloten elektrische verbruiker nu inschakelen.
Het stroomverbruik van de aangesloten elektrische verbruiker wordt op de display (3) weergegeven in
Ampère (A).
f) Geheugenwerking "Vooraf ingesteld" en "Instellen"
U kunt met de "Instellen"-functie drie vaste spanning, inclusief stroominstellingen, in het apparaat opslaan en deze
direct selecteren via de "Vooraf ingesteld"-functie.
Alle drie geheugenplekken (P1, P2, P3) zijn vooraf in de fabriek ingesteld.
Deze worden als volgt toegewezen:
Geheugen
Type
Spanning
HPS-11530
HPS-11560
HPS-13015
HPS-13030
HPS-16015
P1
Stroom
5 V
Maximum
P1
Spanning
Stroom
13,8 V
Maximum
P1
Spanning
Stroom
15 V
15 V
25 V
Maximum
25 V
55 V
83