de buurt van de uitwerpopening. Neem
steeds de door de duwstang bepaalde
veiligheidsafstand in acht.
Probeer niet om het mes te
inspecteren zolang het apparaat
werkt. Zolang het maaimes
loopt, mag de uitwerpklep niet worden
geopend en/of mag de grasopvangbox
niet worden weggenomen. Het
ronddraaiende mes kan letsel
veroorzaken.
Werk altijd stapvoets en ga bij het werken
met het apparaat vooral niet rennen. Door
snel te lopen met het apparaat is er meer
kans op letsel door struikelen, uitglijden
enz.
Wees bijzonder voorzichtig als u het
apparaat omdraait of naar u toe trekt.
Struikelgevaar!
Gebruik het apparaat uiterst behoedzaam
wanneer u in de buurt van hellingen,
terreinkanten, sloten en dijken werkt. Houd
met name voldoende afstand tot dergelijke
gevarenzones.
U moet om in het gras verborgen
voorwerpen heenrijden
(beregeningsinstallaties, palen,
waterkranen, fundamenten, stroomkabels
enz.). Rijd nooit over dergelijke
voorwerpen heen.
Als het snijgereedschap of het apparaat op
een hindernis of een vreemd voorwerp
stuit, moet de elektromotor worden
uitgeschakeld, de veiligheidsstekker eruit
worden getrokken en door een deskundige
worden gecontroleerd.
Houd rekening met de uitloop
van het snijgereedschap. Het
duurt enkele seconden voordat
het snijgereedschap helemaal
tot stilstand is gekomen.
0478 131 9922 D - NL
Schakel de elektromotor uit,
– als het apparaat bij het transport over
andere ondergronden dan gras moet
worden opgetild,
– als u het apparaat van en naar het
maaivlak verplaatst,
– voordat u de grasopvangbox
wegneemt.
– voor u de snijhoogte aanpast.
Schakel de elektromotor uit, trek
de veiligheidsstekker eruit en
controleer of het snijgereedschap geheel
stilstaat,
– voordat u de accu verwijdert;
– voordat u het apparaat verlaat of als het
apparaat zonder toezicht is;
– voordat u het apparaat transporteert,
optilt of draagt;
– voordat u blokkades opheft of
verstoppingen in het uitwerpkanaal
verwijdert;
– voordat u het apparaat controleert,
reinigt of werkzaamheden aan de
maaier uitvoert, bijv. duwstang
omklappen/instellen;
– als het snijgereedschap een vreemd
voorwerp heeft geraakt. Het
snijgereedschap moet op eventuele
schade worden gecontroleerd. Het
apparaat mag niet worden gebruikt als
de messenas of motoras beschadigd of
verbogen is. Kans op letsel door
defecte onderdelen!
– als het apparaat abnormaal hard begint
te trillen. Het gehele apparaat, met
name het snijgereedschap, moet in dit
geval op eventuele beschadigingen en
loszittende onderdelen worden
gecontroleerd. Beschadigde
onderdelen moeten vóór het verder
gebruiken worden vervangen, losse
onderdelen moeten worden
bevestigd/vastgeschroefd.
Kans op letsel!
Hard trillen wijst meestal op een
storing.
Het apparaat mag met name niet
worden gebruikt als de messenas
beschadigd of verbogen is of als
het maaimes beschadigd of
verbogen is.
Laat de noodzakelijke herstellingen
door een vakman – VIKING beveelt
de VIKING vakhandelaar aan –
uitvoeren, indien u niet over de
nodige kennis beschikt.
4.8 Onderhoud, reiniging, reparaties en
opslag
Voordat u werkzaamheden aan
het apparaat verricht, voordat u
de maaier instelt of reinigt,
motor uitschakelen, veiligheidsstekker
eruit trekken en eventueel accu ontnemen.
Laat het apparaat voor opslag in een
gesloten ruimte, voor
onderhoudswerkzaamheden en voor
reiniging volledig afkoelen.
Reiniging:
na gebruik moet het gehele apparaat
zorgvuldig worden gereinigd. (
Maak de aangekoekte resten gras in de
behuizing met een houten staaf los. Reinig
de onderkant van de grasmaaier met een
borstel en water.
Gebruik nooit hogedrukreinigers en reinig
het apparaat niet onder stromend water
(bijv. met een tuinslang).
13.2)
85