Werking - Roosteren
1. Bereid de broodrooster voor zoals beschreven in de paragraaf "Vóór het eerste
gebruik van het apparaat".
2. Leg de sneetjes brood in de gleuven in de toastkamer.
3. Stel de gewenste toastduisternis in met de duisternisregeling. U kunt kiezen uit
zes instellingen voor toastduistering: Niveau 1 is heel eenvoudig en niveau 5. is
erg donker. Voor goudbruine toast, beweeg de hendel naar de middelste stand.
4. Duw de broodrooster naar beneden totdat deze op zijn plaats klikt. Het stoplicht
gaat branden en het broodrooster begint te roosteren.
5. U kunt de roostercyclus op elk moment onderbreken door op de knop "Stop" te
drukken.
6. Wanneer het brood wordt geroosterd tot de ingestelde duisternis, wordt het
automatisch uitgeworpen. Het apparaat wordt automatisch uitgeschakeld.
Bediening - Ontdooien
De ONTDOOIEN-functie ontdooit het brood eerst en braadt het vervolgens zodat de
ontdooicyclus iets langer duurt dan de normale toastcyclus.
1. Leg de sneetjes brood in de gleuven in de toastkamer.
2. Als je broodjes wilt ontdooien, leg je de broodwarmer horizontaal op de
broodrooster en doe je de broodjes erop.
3. Duw de broodrooster naar beneden totdat deze op zijn plaats klikt.
4. Selecteer de gewenste instelling voor toastduistering.
5. We raden de volgende instellingen voor toastduistering aan:
*Laag voor brood uit de koelkast of dun
*ingevroren sneetjes brood.
Hoog voor dikkere ingevroren sneetjes brood, broodjes en dikke plakjes toast.
6. Duw de broodrooster naar beneden totdat deze op zijn plaats klikt.
7. Druk vervolgens onmiddellijk op de toets "ONTDOOIEN". Het indicatielampje op
deze knop licht op.
8. Het brood wordt ontdooid en geroosterd.
39
9. U kunt de cyclus op elk moment onderbreken door op de knop "Stop" te drukken.
10. Nadat de ontdooicyclus voorbij is, wordt het brood automatisch uitgeworpen en
gaan de indicatielampjes uit. Het apparaat wordt automatisch uitgeschakeld.
Reiniging en onderhoud
1. Laat het apparaat afkoelen voordat u het schoonmaakt.
2. Schakel het apparaat altijd uit voor het reinigen en haal de stekker uit het
stopcontact.
3. Dompel het apparaat en het netsnoer niet onder in water of andere vloeistoffen
en spoel ze niet in de vaatwasser.
4. Veeg de broodrooster schoon met een vochtige doek en een beetje afwasmiddel.
Gebruik geen schuurmiddelen, staalwol, metalen voorwerpen, hete
reinigingsmiddelen of ontsmettingsmiddelen, omdat deze het apparaat kunnen
beschadigen.
5. Om vastzittende sneetjes brood te verwijderen, trekt u de stekker van de
broodrooster eruit en draait u deze iets. Schud voorzichtig met scherp of puntig
gereedschap of bestek.
6. Verwijder kruimels en broodjes regelmatig uit de kruimellade. Trek hiervoor de
kruimellade helemaal naar buiten weg en leeg het. Veeg de kruimellade schoon
met een vochtige doek, droog hem vervolgens grondig af en duw hem dan terug
in het apparaat.
7. Het apparaat moet volledig droog zijn voordat u het opnieuw gebruikt.
NL
40