Motorolie Verversen - Briggs & Stratton 400000 Manuel D'utilisation

Masquer les pouces Voir aussi pour 400000:
Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 56

Motorolie verversen

WAARSCHUWING 
Brandstof en brandstofdampen zijn ontvlambaar en explosief. Brand of explosies
kunnen brandwonden of de dood tot gevolg hebben.
Tijdens het gebruik worden de motor en de demper heet. Als u een hete motor
aanraakt, kan dit thermische brandwonden veroorzaken.
Als u de olie aftapt uit de olievulbuis aan de bovenkant, dan moet de
brandstoftank leeg zijn. Als deze niet leeg is, kan er brandstoflekkage optreden
die brand of een explosie kan veroorzaken.
Voordat u de motor of demper aanraakt, stop de motor en wacht twee (2)
minuten. Zorg ervoor dat de motor en de demper veilig zijn om aan te raken.
Gebruikte olie is een gevaarlijk afvalproduct en moet op correcte wijze worden
afgevoerd. Voer het niet met het huishoudelijk afval af. Neem contact op met de
plaatselijke autoriteiten, het servicecentrum of uw dealer voor veilige afvoer- of
recyclingbedrijven.
Olie verwijderen
1.
Maak bij een uitgeschakelde, maar warme motor de bougiekabel(s) (D, afbeelding
10) los en houd deze uit de buurt van de bougies (E).
2.
Verwijder de peilstok (A, afbeelding 11).
Olieaftappluggen, indien geïnstalleerd
1.
Verwijder de olieaftapplug (F, afbeelding 12). Laat de olie in een goedgekeurde bak
stromen.
OPMERKING: De olieaftappluggen (G, afbeelding 12) kunnen in de motor zijn
geïnstalleerd.
2.
Plaats nadat de olie is afgetapt de olieaftapplug (F, afbeelding 12) en zet deze vast.
Snelle olie-aflaat, indien geïnstalleerd
1.
Koppel de slang van de snelle olie-aflaat af (H, afbeelding 13) van de zijkant van de
motor.
2.
Draai de dop (I, afbeelding 13) van de olieafvoerslang los en verwijder hem. Laat de
olieafvoerslang (H) langzaam zakken in een goedgekeurde bak (J).
3.
Wanneer de olie is afgetapt, brengt u de olie-snelaftapplug (I, afbeelding 13) aan.
Bevestig de olieaftapslang (H) aan de zijkant van motor.
Olie bijvullen
Zorg ervoor dat de motor waterpas staat.
Verwijder al het vuil rondom het olievulgebied.
Raadpleeg hoofdstuk Specificaties voor de oliecapaciteit.
1.
Verwijder de peilstok (A, afbeelding 14). Gebruik een schone doek om olie van de
peilstok te verwijderen.
2.
Giet de olie langzaam in de vulopening voor motorolie (C, afbeelding 14). Voeg
niet te veel olie toe in de olievulbuis.   Wacht 1 minuut en controleer het oliepeil
opnieuw.
OPMERKING:  Geen olie toevoegen aan de snelle olie-aflaat, indien aanwezig.
3.
Plaats de peilstok en zet die vast (A, afbeelding 14).
4.
Verwijder de peilstok en lees het oliepeil af. Het correcte oliepeil is bovenaan bij de
indicator voor vol (B, afbeelding 14) op de peilstok.
5.
Plaats de peilstok en zet die vast (A, afbeelding 14).
Sluit de bougiekabel(s) aan op de bougie(s). Zie het gedeelte Olie verwijderen.
6.
Vervangen van het oliefilter
1.
Tap de olie af. Raadpleeg het hoofdstuk Olie verwijderen.
2.
Verwijder het oliefilter (H, afbeelding 15) en voer het op correcte wijze af.
3.
Smeer de oliefilterpakking lichtjes met schone olie in voordat u het nieuwe oliefilter
plaatst.
4.
Installeer het oliefilter met de hand totdat de pakking contact maakt met de
oliefilteradapter en draai het oliefilter dan een 1/2 of 3/4 slag vast.
5.
Vul olie bij. Raadpleeg het hoofdstuk Olie bijvullen.
6.
Starten en bedienen van de motor. Controleer op olielekkages wanneer de motor
warm is.
7.
Stop de motor. Zorg ervoor dat het oliepeil bovenaan bij de indicator voor vol staat
op de peilstok. Raadpleeg het hoofdstuk Olie bijvullen.
78
Onderhoud aan het luchtfilter
WAARSCHUWING 
Brandstof dampen zijn ontbrandbaar en explosief. Brand of explosies kunnen
brandwonden of de dood tot gevolg hebben.
De motor niet starten en gebruiken als de luchtreiniger (indien aanwezig) of het
luchtfilter (indien aanwezig) is verwijderd.
OPGEPAST 
Reinig het filter niet met perslucht of oplosmiddelen. Perslucht kan beschadiging aan het
filter tot gevolg hebben en oplosmiddelen lossen het filter op.
Zie het Onderhoudsschema voor het benodigde onderhoud.
Verschillende modellen gebruiken een schuim of een papieren filter. Sommige modellen
kunnen ook uitgerust zijn met een optioneel voorfilter dat kan worden uitgewassen en
opnieuw gebruikt. Vergelijk de illustraties in deze handleiding met het type dat op uw
motor is gemonteerd en voer onderhoud op basis daarvan uit.
Papieren luchtfilter (met voorfilter)
1.
Maak de bevestiging(en) (A, afbeelding 16) los.
2.
Verwijder het luchtfilterdeksel (B, afbeelding 16).
3.
Verwijder het filter (C, afbeelding 16) en het voorfilter (D), indien geïnstalleerd.
4.
Om ongewenst materiaal los te maken tikt u het filter voorzichtig op een hard
oppervlak. Als het filter vuil is, vervangt u het door een nieuw filter.
5.
Was het voorfilter (D, afbeelding 16), indien geïnstalleerd, in water met een
vloeibaar reinigingsmiddel. Laat het voorfilter volledig aan de lucht drogen. Smeer
het voorfilter NIET.
6.
Monteer het droge voorfilter (D, afbeelding 16), indien geïnstalleerd, en het filter (C)
in de luchtfilterhouder (E).
7.
Plaats het luchtfilterdeksel (B, afbeelding 16) en zet het vast met de bevestiging(en)
(A). Controleer of de bevestiging(en) goed vastzit(ten).
Luchtfiltereenheid (cartridge met voorfilter)
1.
Maak de bevestiging(en) (A, afbeelding 17, 18) los.
2.
Verwijder het luchtfilterdeksel (B, afbeelding 17, 18).
3.
Om het filter te verwijderen (C, afbeelding 17, 18) tilt u het uiteinde van het filter op.
4.
Om ongewenst materiaal los te maken tikt u het filter voorzichtig op een hard
oppervlak. Als het filter vuil is, vervangt u het door een nieuw filter.
5.
Verwijder het voorfilter (D, afbeelding 17, 18) van het filter (C).
6.
Was het voorfilter (D, Afbeelding 17, 18) in water met een vloeibaar
reinigingsmiddel. Laat het voorfilter volledig aan de lucht drogen. Smeer het
voorfilter NIET.
7.
Monteer het droge voorfilter (D, afbeelding 17, 18), indien geïnstalleerd, op het
filter.
8.
Breng het filter (C, afbeelding 17, 18) en het voorfilter (D), indien geïnstalleerd, aan
in de filterhouder (E) en druk omlaag tot u een klikje hoort.
9.
Plaats het luchtfilterdeksel (B, afbeelding 17, 18) en zet het vast met de
bevestiging(en) (A). Controleer of de bevestiging(en) goed vastzit(ten).
Onderhoud aan het brandstofsysteem
WAARSCHUWING 
Brandstof en brandstofdampen zijn ontvlambaar en explosief. Brand of explosies
kunnen brandwonden of de dood tot gevolg hebben.
Houd brandstof uit de buurt van vonken, open vuur, waakvlammen, hitte en
andere ontstekingsbronnen.
Controleer regelmatig de brandstofleidingen, brandstoftank, brandstofvuldop en
aansluitingen op scheuren of lekkages. Vervang beschadigde onderdelen.
Wanneer u het brandstoffilter reinigt of vervangt, moet u eerst de brandstoftank
aftappen of de brandstofafsluitklep sluiten.
Indien brandstof wordt gemorst, wacht tot deze verdampt is voordat u de motor
start.
Vervangende onderdelen moeten identiek zijn aan, en op dezelfde positie
worden geïnstalleerd als, de originele onderdelen. Andere onderdelen kunnen
schade of letsel tot gevolg hebben.
Brandstoffilter, indien geïnstalleerd
1.
Wanneer u het brandstoffilter (A, afbeelding 19) reinigt of vervangt, moet u eerst
de brandstoftank aftappen of de brandstofafsluitklep sluiten. Als de brandstoftank
niet wordt afgetapt, kan brandstoflekkage optreden en brand of een explosie
veroorzaken.
2.
Druk de lipjes (B, afbeelding 19) op de klemmen (C) samen met een tang en
beweeg de klemmen daarna weg van het brandstoffilter (A). Draai en trek de
brandstofleidingen (D) van het brandstoffilter af.
BRIGGSandSTRATTON.COM

Publicité

Table des Matières
loading

Ce manuel est également adapté pour:

440000490000

Table des Matières