Inval-cirkelzaagmachine TS 75 EBQ/ TS 75 EQ
Technische gegevens
Vermogen
(110 V-versie
Toerental (onbelast toerental) 1350 - 3550 min
Schuine stand
Zaagdiepte bij 0°
Zaagdiepte bij 45°
Afmetingen zaagblad
Gewicht machine
Beschermingsklasse
De aangegeven afbeeldingen staan aan het begin
van de gebruiksaanwijzing.
Symbolen
Waarschuwing voor algemeen gevaar
Handleiding, instructies lezen!
Draag oorbeschermers!
Veiligheidsbril dragen.
1
Reglementair gebruik
Conform de bepalingen zijn de machines bestemd
voor het zagen van hout, op hout gelijkende ma-
terialen, gips- en cementge-bonden vezelstoffen
en kunststoffen. Met de door Festool aangeboden
speciale zaagbladen voor aluminium kunnen de
machines ook voor het zagen van aluminium
worden gebruikt.
Er mogen alleen zaagbladen met de volgende ei-
genschappen worden gebruikt: diameter zaagblad
210 mm; zaagbreedte 2,4 mm tot 2,6 mm; uitbo-
ring 30 mm; stambladdikte max. 1,8 mm; geschikt
voor een toerental van maximaal 5000 min
Geen slijpschijven gebruiken.
Festool-elektrogereedschap mag alleen worden
ingebouwd in werktafels die hiervoor door Festool
bestemd zijn. Door inbouw in andere of zelfge-
maakte werktafels kan het elektrogereedschap
onveilig worden, met mogelijk ernstige ongevallen
als gevolg.
Voor schade en ongevallen ten gevolge
van niet-reglementair gebruik is uitslui-
tend de gebruiker aansprakelijk!
2
Veiligheidsinstructies
2.1
Algemene veiligheidsvoorschriften
LET OP! Lees alle veiligheidsvoorschrif-
ten en instructies.
Wanneer de waarschuwingen en instructies niet
in acht worden genomen, kan dit een elektrische
TS 75 EBQ/ TS 75 EQ
1600 W
13 A)
-1
0° - 47°
0 – 75 mm
0 – 56 mm
210x2,4x30 mm
6,2 kg
/II
-1
.
schok, brand of ernstig letsel tot gevolg hebben.
Bewaar alle veiligheidsinstructies en handlei-
dingen om ze later te kunnen raadplegen.
Het in de waarschuwingen gebruikte begrip
„elektrisch gereedschap" heeft betrekking op
elektrische gereedschappen voor gebruik op het
stroomnet (met netsnoer) en op elektrische ge-
reedschappen voor gebruik met een accu (zonder
netsnoer).
2.2
Machinespecifi eke veiligheidsinstructies
1)
Zaagmethode
a)
GEVAAR: Kom met uw handen niet in
het zaagbereik en raak het zaagblad niet aan.
Houd met uw tweede hand de extra greep of
de motorbehuizing vast. Wanneer u de cirkel-
zaag vasthoudt met beide handen, kunnen ze
niet gewond raken door het zaagblad.
b) Kom niet met uw handen onder het werkstuk.
De beschermkap kan u onder het werkstuk niet
beschermen tegen het zaagblad.
c) Pas de zaagdiepte aan de dikte van het werk-
stuk aan. Er mag minder dan een volledige
tandhoogte zichtbaar zijn onder het werk-
stuk.
d) Houd het werkstuk dat gezaagd moet worden
nooit met de hand of boven uw been vast. Zet
het werkstuk vast op een stabiele ondergrond.
Het is belangrijk het werkstuk goed te beves-
tigen, om het gevaar van lichaamscontact, be-
klemming van het zaagblad of controleverlies
tot een minimum terug te brengen.
e) Houd het apparaat alleen aan de geïsoleerde
greepvlakken vast wanneer u werkzaam-
heden uitvoert waarbij het snijgereedschap
verborgen stroomleidingen of de kabel van
het apparaat zelf kan raken. Contact met een
spanningvoerende leiding zet de metalen on-
derdelen van het apparaat onder spanning en
veroorzaakt een elektrische schok.
f) Gebruik bij het in de lengte snijden altijd een
aanslag of een geleiderail. Hierdoor wordt de
snijnauwkeurigheid verbeterd en de kans op
beklemming van het zaagblad verminderd.
g) Gebruik altijd zaagbladen met de juiste groot-
te, die geschikt zijn voor de vorm van de opna-
mefl ens (ruitvormig of rond). Zaagbladen die
niet bij de montagedelen van de zaag passen, lo-
pen onregelmatig en leiden tot controleverlies.
h) Gebruik nooit beschadigde of verkeerde zaag-
bladspanfl enzen of -schroeven. De zaagblad-
spanfl enzen en -schroeven zijn speciaal voor
uw zaag ontworpen, voor optimale prestaties
en gebruiksveiligheid.
39