o Maak het apparaat aan de buiten- en binnenkant schoon
met behulp van een zacht, vochtig doekje. Bij sterkere
verontreiniging kunt u een mild schoonmaakmiddel
toepassen.
o
Stof en andere verontreinigingen van de ventilator hebben negatieve invloed op het
koel- of verwarmingsvermogen. Maak de ventilator regelmatig schoon. Maak
verontreinigingen in de buurt van de luchtinlaten en -uitlaten schoon met behulp van
een stofzuiger of stofborstel (afb.
o
Maak de stekkers van de voedingskabels regelmatig schoon met behulp van een
doekje of borsteltje (zie afb. hierboven). Teveel stof op de stekkers kan leiden tot
het ontstaan van brand na aansluiting van het apparaat.
o Pas nooit bijtende schoonmaakmiddelen op oplosmiddelen toe.
o Gebruik nooit scherpe of harde voorwerpen die het apparaat kunnen beschadigen.
o Maak het apparaat zorgvuldig schoon en droog, wanneer u van plan bent het
langere tijd niet te gebruiken. Zorg voor voldoende ventilatie, omdat anders
schimmels en onaangename geuren in het apparaat kunnen ontstaan. Laat
daarom de deur openstaan, wanneer u het apparaat gedurende langere tijd niet
gebruikt.
- 110 -
① + ②)
.