Als aansluitkabel mogen alleen leidingen
gebruikt worden die niet lichter zijn dan
rubberslangen H07 RN-F DIN/VDE 0282.
De aansluitingen moeten spatwaterdicht
zijn. Niet aangepaste verlengkabels leiden
tot vermogensverliezen en kunnen schade
aan de elektromotor veroorzaken.
De kleinste doorsnede van de
voedingskabel moet 3 x 1,5 mm² zijn bij
een lengte tot 25 m of 3 x 2,5 mm² bij een
lengte tot 50 m zijn.
De koppelingen van de aansluitkabel
moeten van rubber zijn, of met rubber
overtrokken, en aan de norm
DIN/VDE 0620 voldoen.
Dit apparaat is geschikt om aan een
distributienet met een systeemimpedantie
Z
bij het overgangspunt
max
(huisaansluiting) van maximaal 0,49 ohm
(bij 50 Hz) te worden aangesloten.
De gebruiker moet er zich van
vergewissen dat het apparaat slechts op
een distributienet aangesloten wordt dat
aan deze eisen voldoet. Indien nodig kan
de systeemimpedantie bij het lokale
energiebedrijf aangevraagd worden.
Voor meer informatie over de
netaansluiting kan u terecht bij de
installateur.
10.2 Netstroom inschakelen
● Koppeling van de voedingskabel
in de stekker (1) steken.
● Voedingskabel aan de trekontlasting
hangen. (
10.4)
10.3 Voedingskabel loskoppelen
● Trekontlasting losmaken. (
0478 201 9911 A - NL
Ter voorkoming van schade aan de
voedingskabel mag de voedingskabel
uitsluitend worden losgekoppeld door aan
de koppeling te trekken. Nooit aan de
kabel zelf trekken.
10.4 Trekontlasting
Tijdens het werken voorkomt de
trekontlasting het onbedoeld
lostrekken van de aansluitkabel en
daardoor mogelijke schade aan de
voedingsaansluiting op het apparaat.
Hiertoe moet de aansluitkabel door de
trekontlasting worden geleid.
● Netstroom inschakelen. (
● Met de aansluitkabel (1) een lus
vormen en door de opening (2) leiden.
● Leg de lus over de haak (3) heen en
trek deze aan.
10.5 Opvangbox plaatsen
● Opvangbox (1) tot aan de
aanslag in de beide geleidingen
(2) schuiven.
● Schuifblokkering (3) tot aan de aanslag
naar rechts draaien en de opvangbox
borgen.
De tuinhakselaar kan alleen met
een vergrendelde opvangbox
6
worden ingeschakeld.
10.6 Opvangbox verwijderen
● Schakel het apparaat uit.
(
10.8)
● Blokkeerschakelaar (1) tot aan de
10.4)
aanslag naar links draaien.
● Opvangbox (2) uittrekken.
De tuinhakselaar mag zonder de
opvangbox niet in gebruik genomen
worden.
10.7 Tuinhakselaar inschakelen
GE 140 L:
7
● apparaat uitklappen en vergrendelen.
(
10.12)
GE 135 L, GE 140 L:
● opvangbox plaatsen. (
● Apparaat aansluiten. (
De aan/uit-knop (1) met geïntegreerde
10.2)
blokkeerschuif (2) voorkomt het direct
omschakelen van de ene draairichting
naar de andere.
Alvorens de draairichting te
veranderen dient het apparaat
uitgeschakeld te worden en moet u
wachten tot de stilstand van de
messenwals.
8
Positie voeden
● De aan/uit-knop (1) in de positie 0
9
draaien.
● De blokkeerschuif (2) omhoog
schuiven.
10.5)
10.1)
10
De messenwals trekt het hak-
selgoed binnen en snijdt.
53