5.1. Bedienorganen
[1] Netschakelaar
Inschakelen: druk de toets naar rechts (I).
Uitschakelen: druk de toets naar links (0).
[2] Selectietoets trekkracht
kracht instelbaar met de draairegelaar [13] en
af leesbaar op het display [8]. De trekkracht is
instelbaar tussen 15 en 900 Newton (N). Voor
het instellen van krachten groter dan 200N dient
de selectietoets '> 20' ingedrukt te worden [10].
Werking tijdens de behandeling
De LED in de toets [2] brandt: de trekkracht is
door de gebruiker geselecteerd en volledig
instelbaar.
De LED in de toets [2] knippert: de trekkracht
is niet bewust geselecteerd en is alleen instel-
baar naar een lagere waarde.
Opmerking
Deze situatie treedt telkens op, nadat een an-
dere parameter is bijgeregeld. Namelijk na 10
seconden schakelt het apparaat automatisch
terug naar de trekkrachtparameter; dan kan de
(knipperende) waarde uit veiligheidsoverwegin-
gen alleen verlaagd worden. Iedere poging om
in deze stand de trekkrachtwaarde te verho-
gen wordt geblokkeerd. Dit is te zien op het
display en er klinkt een waarschuwingssignaal.
[3] Selectietoets houdtijd trekkracht
meter instelbaar met de draairegelaar [13] en
afleesbaar op het display [8].
De houdtijd is instelbaar tussen 0 en 60 se-
conden in stappen van 2 respectievelijk 5 se-
conden (2, 4, 6, 8,10.15, 20........ 60 secon-
den).
[4] Selectietoets basiskracht (intermitterende
tractie)
te drukken wordt gekozen voor intermitterende
tractie. Dan kan de basiskracht ingesteld wor-
den met de draairegelaar [13]. Het resultaat is
8
af leesbaar op het display [9].
Na indrukken van de toets zal de
groene LED in de toets oplichten ten
teken dat de trekkrachtparameter
geselecteerd is. Hierna is de trek-
Na indrukken van de toets zal de
groene LED in de toets oplichten ten
teken dat de houdtijdparameter
geselecteerd is. Dan is deze para-
Na indrukken van de toets zal de
groene LED in de toets oplichten ten
teken dat de basiskrachtparameter
geselecteerd is. Door deze toets in
HOOFDSTUK 5 - BEDIENING
De basiskracht kan alleen op een lagere waarde
dan die van de trekkracht [2] worden ingesteld. De
trekkracht moet dus al ingesteld zijn. Daartoe zal
het display in eerste instantie de trekkracht aange-
ven. De minimaal instelbare waarde is 15 N.
[5] Selectietoets houdtijd (basiskracht)
Na indrukken van de toets zal de
groene LED in de toets oplichten ten
teken dat de houdtijdbasiskracht
parameter geselecteerd is. Dan is de
houdtijd instelbaar met de draairegelaar [13],
en afleesbaar op het display [9]. De houdtijd is
instelbaar tussen 0 en 60 seconden in stappen
van 2 respectievelijk 5 seconden (2, 4, 6, 8, 10,
15, 20,...... 60 seconden).
[6] Selectietoets overloopsnelheid
Na indrukken van de toets zal de
groene LED in de toets oplichten
ten teken dat de overloopsnelheid-
parameter geselecteerd is. Dan is de
overloopsnelheid instelbaar met de draairegelaar
[13], en afleesbaar op het bar-display [7].
Bij intermitterende tractie is de overloopsnelheid
de snelheid waarmee de kracht van trekkracht
naar basiskracht en vice versa geregeld wordt.
Tijdens continue tractie is de overloopsnelheid
de snelheid waarmee aan het begin van de
behandeling de trekkracht wordt opgebouwd,
en aan het eind van de behandeling de kracht
wordt afgebouwd.
De overloopsnelheid is instelbaar op 10 ver-
schillende niveaus. Indien de overloopsnelheid
nog niet ingesteld is, zal na selectie met deze
toets alleen de onderste van de 10 LED's op-
lichten. Dit komt overeen met de minimale
overloopsnelheid. Wanneer een hogere
overloopsnelheid ingesteld wordt, dan zullen
ook meerdere LED's gaan branden. Bij maxi-
male overloopsnelheid branden alle LED'S.
[7] Bar-display
Instellen overloopsnelheid
Na selectie met toets [6] zal het bar-display de
overloopsnelheid aangeven. Brandt alleen de
onderste LED, dan is de overloopsnelheid mi-
nimaal, branden alle 10 LED'S, dan is de
overloopsnelheid maximaal. Instelling geschiedt
met de draairegelaar [13].