volgens de kettingspanschroef (zie afb.3, C) op de front-
zijde van de kettingzaag in de richting van de wijzers
van de klok. Span de ketting zo ver aan, dat deze in het
midden van het zwaard ongeveer 3 mm opgelicht kan
worden zoals dit in afbeelding 4 wordt getoond.
3. Aansluiting van de kettingzaag
Wij adviseren u om de kettingzaag te bedienen met
een lekstroom veiligheidsvoorziening met een maxi-
male afschakelstroom van 30mA.
Dit apparaat is voor het gebruik aan een elektriciteitsnet
voorzien van een systeem impedantie Zmax op het door-
geefpunt (de huisaansluiting) van maximaal 0,4 Ohm.
De gebruiker moet zich ervan verzekeren, dat het appa-
raat alleen gebruikt wordt op een elektriciteitsnet dat aan
deze eis voldoet. Zo nodig kan de systeem impedantie bij
het lokale elektriciteitsbedrijf worden opgevraagd.
Gebruik alleen verlengsnoeren, die voor bui-
tengebruik zijn goedgekeurd en die niet lich-
ter zijn dan rubberen snoeren H07 RN-F vol-
gens DIN/VDE 0282 met minimaal 1,5 mm². Ze
moeten tegen spatwater beschermd zijn. Bij
beschadiging van het aansluitsnoer van dit
apparaat, mag dit alleen door een door de fa-
brikant erkend reparateur worden vervangen,
omdat hiervoor speciaal gereedschap nodig
is. Apparaten die op ver-schillende plaatsen in
de buitenlucht worden gebruikt, dienen via een
lekstroom veiligheids-schakelaar te worden
aangesloten.
Deze kettingzaag is voor de beveiliging van het aanslui-
tingssnoer uitgerust met een trekontlasting. Verbind eerst
de stekker van het apparaat met het aansluitsnoer. Maak
dan met het aansluitsnoer een nauwe lus en schuif deze
door de veiligheidsopening aan de onderkant van de ma-
chine. Hang de lus in de haak op de manier zoals dit op
afbeelding 6 wordt getoond. De insteekverbinding is nu
tegen vanzelf losgaan beveiligd.
4. Inschakelen
(afb. 6+7)
• Houdt de kettingzaag altijd met uw rechterhand aan de
achterste hendel en met de linker hand aan de voorste
hendel vast (afb. 6).
• Druk met de duim de veiligheidsknop 13 aan de linker-
kant van de achterste handgreep in en vervolgens de
bedieningsschakelaar 9.
• De veiligheidsknop 13 dient alleen om de inschakeling
te ontgrendelen en hoeft na het inschakelen verder
niet ingedrukt te worden.
• Om het apparaat uit te schakelen laat u schakelaar 9
los.
Opgelet: De zaagketting start onmiddellijk met
hoge snelheid. Bij het ter zijde leggen van de
zaag nooit de ketting met stenen of metalen
voorwerpen in aanraking brengen.
LET OP!
De langdurige blootstelling aan trillingen kan neurovascu-
laire letsels en problemen veroorzaken (ook gekend on-
der de naam "fenomeen van Raynaud" of "witte hand"),
vooral bij personen die circulatiestoornissen hebben.
De symptomen kunnen betrekking hebben op de handen,
de polsen en de vingers, met verlies van gevoeligheid,
loomheid, jeuk, pijn, verkleuring of structurele wijzigingen
van de huid.
Deze effecten kunnen versterkt worden door een lage
omgevings – temperatuur en/of een overdreven druk op
(afb.5)
de handgreep.
Wanneer deze symptomen optreden, moet de machine
minder lang gebruikt worden en is het noodzakelijk een
arts te raadplegen.
Veiligheidsvoorzieningen aan uw kettingrem
1. Kettingrem (afb.8)
Deze kettingzaag is uitgerust met een mechanische ket-
tingrem. In geval de zaag omhoog slaat doordat de punt
van het zwaard met hout of met een vast voorwerp in
aanraking komt, wordt de aandrijving van de zaag-ket-
ting door het in werking stellen van handbescherming
4 onmiddellijk gestopt. Het remproces treedt in werking
doordat de rug van uw hand aan de voorste handgreep
2 tegen de handbeschermer 4 drukt. De kettingrem dient
telkens voor gebruik van de zaag op haar goede werking
te worden gecontroleerd. De werking van de kettingrem
dient telkens eens na ongeveer 10 uren productie gecon-
troleerd te worden. Na de activering van de kettingrem
in eerste instantie de stilstand van de motor afwachten
en pas daarna terug koppelen. Kettingrem niet onnodig
in werking stellen, omdat dit een verhoogde slijtage tot
gevolg heeft.
Let erop, dat voor het in werking stellen van de ket-
tingzaag de hand-beschermer 4 altijd in de bedie-
ningsstand is vastgezet. Daartoe de hand-bescher-
mer naar achteren in de richting van de handgreep
trekken.
2. Uitlooprem
Deze kettingzaag is overeenkomstig de nieuwste voor-
schriften van een mechanische uitlooprem voorzien.
Deze is aan de kettingrem gekoppeld en zorgt voor het
afremmen van de lopende ketting, nadat de kettingzaag
wordt uitgeschakeld.
De functie van de uitlooprem wordt met het loslaten van
de aan / uit schakelaar in werking gezet. Deze uit-loop-
rem verhindert het risico op letsel door een uitlopende
ketting.
3. Ketting vangbout (afb.9)
Deze kettingzaag is uitgerust met een ketting vangbout
(17). Voor het geval tijdens de zaagwerkzaamheden de
ketting zou breken, vangt de kettingbout het losgeslagen
eind van de ketting op en verhindert daardoor letsel aan
de hand van degene die de kettingzaag bedient.
NL-7
Opgelet: Bij het uitschakelen van de kettingrem
(handbeschermer naar achteren in de richting
van de handgreep trekken en inklikken) mag
geen schakelaar ingedrukt zijn!