BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
ter van meer dan 50 mm of met randen
of uitstekende delen die een persoon kan
vasthouden of waar hij/zij op kan staan.
Belangrijke installatie-instructies
Installeer de garagedeuropener alleen op
∙
een goed uitgebalanceerde en gesmeerde
garagedeur.
Schakel alle sloten uit die op de garage-
∙
deur zijn aangesloten.
De aandrijving moet ten minste 2,5 m bo-
∙
ven de vloer of een ander toegangsniveau
worden geïnstalleerd.
Installeer het bedieningselement voor de
∙
handmatige ontgrendeling op een hoog-
te van minder dan 1,8 m. Indien verwij-
derbaar moet het bedieningselement in
de directe nabijheid van de deur worden
bewaard.
Sluit de garagedeuropener nooit aan op de
∙
stroombron totdat dit wordt aangegeven.
Bevestig het label met betrekking tot de
∙
handmatige ontgrendeling permanent
naast het bedieningselement.
Draag nooit horloges, ringen of losse kle-
∙
ding tijdens het installeren of onderhouden
van de opener. Ze kunnen klem komen te
zitten in de garagedeur- of openermecha-
nismen.
Installeer de aan de muur gemonteerde
∙
garagedeurbediening:
in het zicht van de garagedeur.
∙
buiten het bereik van kinderen op een
∙
minimale hoogte van 1,5 m).
uit de buurt van alle bewegende delen
∙
van de deur.
Plaats het waarschuwingslabel tegen
∙
beknelling op de muur naast de bediening
van de garagedeur.
Plaats het label voor handmatige ontgren-
∙
deling/veiligheidsomkeringstest in duide-
lijk in het zicht aan de binnenkant van de
garagedeur.
Test na voltooien van de installatie het vei-
∙
ligheidsomkeringssysteem.
Om ernstig persoonlijk letsel of de dood
∙
door elektrocutie te voorkomen, dient u
alle elektrische en batterijvoeding los te
koppelen voordat u service of onderhoud
uitvoert.
Waarschuwing! Gebrek aan onderhoud
∙
kan leiden tot onveilige werking.
76
|
NEDERLANDS
Voor gebruik van batterijen
De batterij moet worden verwijderd uit het
∙
apparaat voordat het wordt afgevoerd.
VOORZICHTIG! Explosiegevaar wanneer
∙
de batterijen niet correct worden vervan-
gen. Alleen vervangen door batterijen van
hetzelfde type. Let op de correcte polari-
teit.
Stel batterijen (batterij-pack of geplaatste
∙
batterijen) niet bloot aan excessieve warm-
te van zonlicht, vuur, etc. Beschermen
tegen mechanische schokken. Droog en
schoon houden. Buiten bereik van kinde-
ren houden.
Batterijen niet te openen, demonteren,
∙
opensnijden of kortsluiten. Gebruik geen
combinatie van oude en nieuwe batterijen.
Neem de veiligheidsinformatie en andere
∙
informatie op de batterij en de verpakking
in acht.
Verwijder lekkende batterijen en reinig het
∙
batterijvak grondig. Vermijd contact met
huid en ogen.
De batterij niet inslikken, risico op chemi-
∙
sche brandwonden.
Als u denkt dat batterijen zijn ingeslikt of
∙
in een lichaamsdeel zijn terecht gekomen,
dient u onmiddellijk medische hulp in te
roepen.