Montage van de contactdoos en de kabelbundel
1.
Bekledingen in het achterdeel van het voertuig en aan de achterlichten, zover noodzakelijk,
verwijderen.
2.
Op een geschikte plaats in het achterdeel van het voertuig een doorvoer voor de kabel-
bundel naar de contactdoos boren (Ø 19 mm).
De doorvoer ontbramen en van antiroestmiddel voorzien.
Daarna de meegeleverde rubberbus over de kabelbundel trekken, de kabelbundelvan
binnen naar buiten door het boorgat voeren en met de rubberbus het boorgat dichtmaken,
hierbij controleren of alles goed bevestigd is.
3.
De contactdoosafdichting op de kabelbundel trekken en de contactdragers van de contact-
doos als volgt aansluiten:
Bij een 7-polige contactdoos:
Functie
Richtingaanwijzer, links
Mistlicht aanhanger
Massa
Richtingaanwijzer, rechts
Achterlicht, rechts
Remlicht
Achterlicht, links
Bij een 13-polige contactdoos:
Functie
Richtingaanwijzer, links
Mistlicht aanhanger
Massa
Richtingaanwijzer, rechts
Achterlicht, rechts
Remlicht
Achterlicht, links
Achteruitrijlicht
Continuplus
Laadkabel
Vrij
Vrij
Massa ( stroomkring 9-12 )
Daarna de contactdragers in de buitenomkasting steken, de oppervlakafdichting op de
contactdoosomkasting trekken.
4. De contactdoos met de bijgeleverde schroeven aan de contactdooshouder vastmaken,
daarbij op juiste bevestiging van de afdichtingen letten.
5. Het uiteinde van de kabelbundel met de witte 12-polige stekker, massaleidingen en de gele,
grijs/zwart, ... naar de linker achterlamp leiden.
De grijs/groen, rood/groen en grijs/gele leiding naar het rechter achterlicht leiden.
Kabelkleur
zwart / wit
wit
bruin / wit
zwart / groen
grijs / rood
zwart / rood
grijs / zwart
Kabelkleur
zwart / wit
wit
bruin / wit
zwart / groen
grijs / rood
zwart / rood
grijs / zwart
groen
rood, 2,5 mm
2
geel, 2,5 mm
2
bruin, 2,5 mm
2
Contactnummer
1
2
3
4
5
6
7
Contactnummer
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
NL
43