WERKING
1 - Steek de stekker in het stopcontact (elektrische
gegevens staan op het plaatje dat op de
achterkant van het apparaat zit, (fig. A))
2 - Druk op de toets "ON/OFF" om het apparaat in te
schakelen. De compressor begint onafgebroken
te werken.
3 - Druk op de toets "HUM" om de gewenste
ontvochtigingswijze te kiezen: continue
ontvochtiging, 50%, 60%, 70% of 80%.
4 - Druk op de toets "SPEED" om de gewenste
snelheid van de ventilator te kiezen.
5 - Druk op de toets "TIMER" om eventueel de
gewenste ontvochtigingsduur te kiezen:
6 - Toets "TEMP" om de temperatuur weer te geven
7 - Druk nogmaals op de toets "ON/OFF" om het
apparaat uit te schakelen.
Condensverwerking.
Wanneer de tank vol is stopt de compressor
automatisch, het symbool "Tank vol" wordt rood.
In dat geval :
- Druk op "ON/OFF"
- Verwijder de tank, door hem ter hoogte van de
handgreep naar buiten te trekken.
- Maak de tank leeg en let erop dat hij correct wordt
teruggeplaatst.
- Als de tank goed op zijn plaats gezet is gaat het
symbool Tank vol uit.
NB. Als de tank niet goed op zijn plaats zit, wordt de
indicatie tank vol weer rood.
3
52
A
Continue verwerking van de condens.
Als de ontvochtiger gebruikt wordt in ruimtes met
een zeer hoge luchtvochtigheid, dan moet de tank
vaker geleegd worden. In die gevallen is het handig
om het apparaat volgens de volgende procedure
zodanig in te stellen dat een continue afvoer van de
condens mogelijk is:
• Verwijder de dop uit de afvoeropening "A" die op
de achterkant van het apparaat zit en sluit hierop
een slang aan met een binnendiameter van 12 mm
(Fig.3).
Let op !!!!! De afvoerleiding wordt niet bij het
apparaat geleverd.
• Verwijder de condensopvangtank. Gebruik de dop
die u uit de opening "A" gehaald hebt en stop deze
in de opening "B" (Fig.4).
• Verzeker u ervan dat het condenswater goed
wegloopt en dat de afvoerslang goed vast zit.
• Zet de condensopvangtank weer op zijn plaats
(Fig.5).
• Om te voorkomen dat het condenswater eruit
loopt, de tank vasthouden zoals aangegeven op
afbeelding 6.
N.B. Als de omgevingstemperatuur erg laag is, moet
u voorzorgsmaatregelen tegen bevriezing nemen.
N.B. Bij een stroomonderbreking tijdens de werking
in de TIMER-modus wordt de timer bij herstel van de
stroomtoevoer weer ingeschakeld. Daarbij wordt
rekening gehouden met de tijd die al vóór de
onderbreking verstreken was.
Bv. als de oorspronkelijke instelling van de timer 4h
was en de stroomonderbreking zich na een werking
van 2h heeft voorgedaan, dan zal het apparaat bij
herstel nog de overige 2h te werken en niet de
oorspronkelijk ingestelde 4h; de fracties van een uur
worden bij herstel niet in beschouwing genomen: bv.
als de oorspronkelijke instelling 4h was en de
onderbreking na 2,5h plaatsvindt, dan zal de
resterende werkingstijd bij herstel 2 h zijn.
Bij uitschakeling vanaf het bedieningspaneel wordt
de op dat moment eventueel aanwezige instelling
van de timer gereset.