• OPMERKINGEN BIJ DE INSTALLATIE
Na selectie van de gewenste functies, bevestig de
drager van de bediening met de bijgeleverde schro-
ef aan de zijwand van de binnenstructuur. Zet de
schroef goed aan.
Verplaats het plastic lid tot aan de burtenrand van
de drager (Fig.1).
Voer het klemmenbord van de bediening (MC) in het
klemmenbord van de ventilator-convector (MFC2).
Zet de schroeven van het klemmenbord goed aan.
In het geval van rechtse hydraulische aansluitingen,
moet de bediening links van het apparaat worden
gemonteerd.
Aangezien de zijde van de hydraulische aanslui-
tingen ter plaatse moet worden veranderd (alleen
mogelijk voor de versies CRC met centrifugemotor),
wordt de bediening gemonteerd aan de zijde tegeno-
ver de aansluitingen.
Fixeer de klemmenborden, kabels en kabelgoot opnieuw
aan de tegenoverliggende zijde, en haal de bescherming
uit de uitsparing waar de kabelgoot moet komen.
• WERKPROGRAMMA MET DODE ZONE (Fan AUTO)
Thermostaatinstelling kleppen en continue werking motor
Dimschakelaar 3 ON
Dimschakelaar 6 ON
Met dit programma wordt de functie voor de omschakeling van de Zomer-/Wintercyclus gedeactiveerd
Stand 3 = Elektromagnetische klep warm water OFF
Stand 3' = Elektromagnetische klep koud water
Stand 4 = Elektromagnetische klep warm water ON
Stand 4' = Elektromagnetische klep koud water
Snelheid: I = min.
II = med.
III = max.
OPGELET!:
Werkingsschema met dode zone:
OFF
ON
Met snelheid handleiding, zal de ventilator draaien op de door de schakelaar snelheid.
Fig. 1
2
1
21
Nederland
2
1
3