Alde COMFORT 2923 Instructions D'emploi page 23

Masquer les pouces Voir aussi pour COMFORT 2923:
Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 27
draaien.
I. Zekering 1 A.
J. Stroomaansluiting 12 V DC. (wordt o.a. gebruikt bij
een externe start (zie hoofdstuk 3.0).
K. Controlelampje voor ontstekingsvonk.
L. Thermostaatknop.
2:2
Het aanzetten van de gasketel.
1. Draai de hoofdkraan van de gastoevoor open.
2. Draai de thermostaatknop naar de ontstekingspositie
(zie fig 2). Het controlelampje voor de ontstekingsvonk
zal nu gaan knipperen.
3. Druk de thermostaat helemaal in. Houd de knop
ingedrukt gedurende 15 seconden nadat het controle-
lampje is uitgegaan. (De hoofdvlam brandt als het
controlelampje is uitgegaan, maar om de ontstekings-
beveiliging open te houden, dient de thermostaatknop
de benodigde tijd te worden ingedrukt).
4. Laat de thermostaatknop los.
5. Draai de knop naar de bedrijfspositie en stel de ge-
wenste temperatuur in (zie hoofdstuk 2.4).
6. Als het controlelampje direct weer gaat knipperen
nadat de knop is losgelaten, betekent dit dat de hoofd-
brander weer is uitgegaan. Druk de knop nog een keer
in, maar houd hem deze keer iets langer ingedrukt.
7. Door het kijkglaasje in de onderste mantelplaat kunt
U controleren of de brander brandt.
Als de ketel uit gaat, moet de thermostaatknop naar
de stoppositie worden gedraaid (zie fig.3). Wacht drie
minuten en steek de brander opnieuw aan.
De ketel is voorzien van een automatische zelfontsteking.
Als de ketel om de een of andere reden uit mocht gaan,
houdt dit in dat de ketel uit zichzelf opnieuw zal trachten
te starten na ca. 20 seconden (totdat de ontstekings-
beveiliging de gastoevoer onderbreekt). Mocht het gas
opraken als de ketel in bedrijf is begint het controlelampje
te knipperen totdat de ketel wordt uitgezet, of totdat de
ketel opnieuw wordt gestart.
2:3
Het uitzetten van de gasketel
1. Draai de thermostaatknop rechtsom tot de stoppositie
(zie fig 2). Na ca 20 seconden zal een "klikgeluid" aan-
geven dat de ontstekingsbeveiliging is afgesloten.
2. Zet de circulatiepomp uit.
3. Draai de hoofdkraan van de gastoevoer dicht.
N.B. Een ketel die is uitgezet of uitgegaan mag pas
na 3 minuten weer opnieuw worden ontstoken.
2:4
Hoe de verwarming het best
wordt ingesteld
Om een aangename verwarming en een zuinige ver-
branding te verkrijgen is het belangrijk, dat de water-
temperatuur van het systeem optimaal wordt ingesteld. Bij
lage buitentemperatuur is een hogere watertemperatuur
nodig dan bij meer normale temperatuurverhoudingen.
De ideale instelling van de thermostaatknop wordt bereikt
als de circulatiepomp voor ca 75% van de tijd in bedrijf
is.
NL
Als de ketel koud is, mag de thermostaat gedurende de
eerste 10 minuten niet op maximum worden gezet. Zet de
thermostaat de eerste 10 minuten in de middenpositie.
De getallen op de knop van de thermostaat corre-
sponderen met het aantal graden van de water-
temperatuur in de ketel volgens de gegevens van fig.
4.
Bij koud weer kunnen de gasverwarming en de elektro-
patroon gelijktijdig in bedrijf worden gesteld. Op deze ma-
nier wordt een maximaal effect van de ketel verkregen.
Als de ketel wordt gebruikt in hoog gelegen gebieden,
verandert het kookpunt van het vloeistofmengsel van-
wege het luchtdrukverschil. Als deze situatie zich voor-
doet moet de systeemtemperatuur van de unit worden
verlaagd in verhouding tot de hoogte waarop men zich
bevindt (zie fig 5).
Om het principe van een op water gebaseerd ver-
warmingssysteem goed te kunnen benutten is het van
belang dat de circulatielucht vrij kan passeren onder
bedkasten en achter de rugkussens. Als de wagen
wordt voorzien van vaste vloerbedekking, moet er voor
worden gezorgd dat de inzuigopeningen van de warmte-
wisselaars vrij blijven. Het is ook belangrijk dat kussens
en dekens de luchtcirculatie achter de rugkussens niet
belemmeren.
2:5
Het instellen van de kamer-
temperatuur
Door middel van de kamerthermostaat kan de in de
wagen gewenste temperatuur worden ingesteld. De
draaiknop van de thermostaat is voorzien van een schaal
van 5 - 30 °C.
2:6
De circulatiepomp
Om het opgewarmde water in het systeem te laten cir-
culeren is een circulatiepomp nodig. Voor de standaard-
uitvoering van de gasketel is een pomp van 12 Volt
geinstalleerd. De unit kan bovendien worden uitgebreid
met een elektropatroon die is voorzien van een 230 Volt
circulatiepomp.
De keuze van de pomp die gebruikt gaat worden, en te-
vens de keuze tussen thermostaataansturing en constant
gebruik wordt gedaan op het bedieningspaneel.
2:7
Elektrische verwarming
Als er een elektropatroon is gemonteerd kan deze al-
leen worden gebruikt indien er een 230 Volt electrische
aansluiting aanwezig is. De elektropatroon wordt in
twee uitvoeringen geleverd. Eén zonder en één met
circulatiepomp. Het effekt van de elektropatroon ligt
op 1000 en 2000 Watt. Het gewenste effect wordt via
het bedieningspaneel geselecteerd. Aan de binnenkant
van de bemanteling van de elektropatroon zitten twee
thermostaten. De ene thermostaat zorgt ervoor dat de
elektropatroon een constante bedrijfstemperatuur van
80 °C houdt, terwijl de andere als een beveiliging tegen
oververhitting functioneert, voor het geval dat de spiraal
om de een of andere reden zou droogkoken. Als deze
23

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières