antibacteriële profylaxis kan de patiënt voor infecties vatbaar maken.
(Zie het Gebruik van antimicrobiële middelen)
PROCEDURE
1. De ingreep onder lokale, regionale of algemene anesthesie uitvoeren.
2. Indien een seton niet reeds aanwezig is, de interne (primaire)
fistelopening identificeren door een steriele sonde in de externe
(secundaire) opening in te brengen en haar door het fistelkanaal te
navigeren. Alternatief, het injecteren van geschikte steriele vloeistoffen
(zoutoplossing of waterstofperoxide) in de externe (secundaire) opening
van het fistelkanaal en identificatie van de site van uitkomst bij de interne
(primaire) opening kunnen ook gebruikt worden om te helpen bij de
identificatie van de lokatie van de interne opening.
OPMERKING: Het niet lokaliseren van de interne (primaire) opening
kan leiden tot het voortduren van de fistel. Indien de interne (primaire)
opening niet op betrouwbare wijze geïdentificeerd kan worden moet een
alternative behandelingsmethode in overweging genomen worden.
3. Met een injectiespuit en korte catheter het fistelkanaal voorzichtig
schoonmaken door het kanaal met waterstofperoxide of een steriele
zoutoplossing zo grondig mogelijk af te spoelen, of met een borsteltje of
vergelijkbaar instrument te debrideren. Het kanaal niet verbreden.
4a. Indien geen seton aanwezig is een fistelsonde, een seton of geschikt
instrument door het fistelkanaal inbrengen, binnendringend door de
externe (secundaire) opening en uitgaande via de interne (primaire)
opening. Een sutuur, verbonden aan de plug, aan het instrument bij de
interne (primaire) opening vastmaken.
4b. Indien een seton aanwezig is snij de seton af en maakt de sutuur aan de
seton vast bij het interne (primaire) openingseinde.
5. Trek het draadje aan de plug gehecht in de interne (primaire) opening
en door het fistelkanaal totdat een lichte weerstand gevoeld wordt en de
plug de interne (primaire) opening veilig blokkeert. De volledige plug niet
gebruiken tenzij het kanaal met de volledige pluglengte overeenkomt.
BELANGRIJK: De interne opening is de hoge-druk zone van de fistel en
is ook de site van ingang van fecale fragmenten. Het dikkere einde van
de plug moet daarom veilig en netjes in de interne (primaire) opening
geplaatst worden om ingang van fecale fragmenten te voorkomen.
Bovendien helpen de hogere druk in het rectum en anale kanaal bij het
handhaven van de plug in het fistelkanaal door eenvoudige mechanische
kracht.
6. Eenmaal de plug correct geplaatst is, het overblijvend gedeelte van de
plug dat niet in het fistelkanaal ingeplant werd trimmen en weggooien.
BELANGRIJK: De plug moet getrimd worden ter hoogte van de
darmwand bij de interne opening zodat contact met darminhoud
geminimaliseerd wordt.
7. Het interne (primaire) einde van de plug met geschikte resorbeerbare
sutuur vasthechten. Zie de illustraties. Het interne einde van de plug
aan het aangrenzend weefsel veilig hechten resulterend in adequate
steken van darmwand en fistelplug om het lekken van darminhoud in het
fistelkanaal te vermijden en de fistelplug te verankeren om migratie door
het kanaal te voorkomen.
OPMERKING: Geen enkel deel van de fistelplug mag bij de interne
(primaire) opening zichtbaar zijn.
OPMERKING: Indien de interne (primaire) opening licht gedeukt
of teruggetrokken is overweeg een beperkte mobilisatie van de
slijmvliesranden voor het plaatsen van sutuurs om zich van een adequate
dekking van de plug te verzekeren.
OPMERKING: Onvoldoende fixatie van de plug aan de diepe
weefsellagen kan in een vervroegde herhaling van de fistel resulteren.
8. Het overbodige van de externe plug moet getrimd worden gelijk met de
huid en zonder fixatie. De externe (secundaire) opening mag verbreed
worden om drainage te vergemakkelijken.
OPMERKING: Een volledige obstructie van de externe (secundaire)
opening kan in de accumalatie van vloeistoffen, infectie of abces
resulteren.
9. Een steriel verband over de implantaatsite plaatsen.
10. Alle niet gebruikte delen van de plug weggooien overeenkomstig
standaard technieken voor het wegdoen van medisch afval.
36
1-3
G