BEWARING
De plug moet bij kamertemperatuur op een schone, droge plaats worden
bewaard.
STERILISATIE
De plug is met ethyleenoxide gesteriliseerd.
GEBRUIK VAN ANTIMICROBIËLE MIDDELEN
Omdat de plug gebruikt wordt in chirurgisch gebieden waar steriliteit niet
verzekerd is, is het gebruik van antimicrobiële middelen een algemene
praktijk en kunnen infectiemoeilijkheden vermeden worden.
darmreiniging én antibiotisch profylaxis van de patiënt werden beide op
succesvolle wijze gebruikt, en de Amerikaanse Centers for Disease Control
raden darmreiniging en het toedienen van profylactische enterisch en
intraveneuse antimicrobiële middelen vóór electieve colorectale operaties
aan.
3
(Zie referentie voor specifieke dosis, timing en drugskeuze.)
Van typische gastrointestinaal flora kan verwacht worden dat het een variëteit
van aërobe en anaërobe organismen omvat. Daarom moeten de volgende
punten overwogen worden:
• Antibacteriële, of ze nu topisch of systemisch gebruikt worden, zouden
bescherming tegen een breed spectrum van aërobe en anaërobe
organismen moeten bieden.
• Het colon door geschikt gebruik van enema's en cathartische middelen
mechanisch voorbereiden.
• Een dosis profylactisch antibacteriële middelen moet op intraveneuse
wijze gegeven worden en zo berekend zijn dat een bacteriedodende
concentratie van de drug in serum en weefsels gevormd wordt wanneer
het product ingeplant wordt.
• Behoud de therapeutische niveaus van de agens in serum en weefsels
doorheen de operatie.
De aanwezigheid van bepaalde antimicrobiële middelen kan revascularisatie
en/of infiltratie van cellen in de plug inhiberen.
dat gentamicine de neovascularisatie, epithelialisatie en keratinocytgroei
bemoeilijkt,
6
terwijl povidone jodium,
vancomycine
10
of te bemoeilijken. Zorgvuldige overweging is vereist vooraleer een
antimicrobieel of antiseptisch middel (topisch of systemisch) te gebruiken
waarvan niet bewezen is dat het verenigbaar is met chirurgische implantatie
en genezing van wonden. Er zijn echter geen studies uitgevoerd om de
combinatie van antimicrobiële middelen met het aanbrengen van plug te
beoordelen.
GEBRUIKSAANWIJZING
Deze aanbevelingen zijn alleen maar ontworpen om als algemene richtlijnen
te dienen. Ze zijn niet bedoeld om institutionele protocollen of professionele
clinische beoordelingen met betrekking tot patiëntenbehandeling te
vervangen.
OPMERKING: De plug moet aseptisch behandeld worden. Contact
minimaliseren met latex handschoenen.
AANVULLENDE BENODIGHEDEN
• Een steriele schaal (nierschaal of andere kom)
• Rehydratievloeistof: een op kamertemperatuur gehouden steriele
zoutoplossing of steriel Ringer-lactaatoplossing
• Geschikte resorbeerbare sutuur zoals: 0 chroom, 2-0, of 0 met
polyglycolisch zuur bedekt sutuur (PGA bedekt)
• 10cc injectiespuit
• Een korte 14ga of 16ga catheter
• Een zoutoplossing of waterstofperoxide voor het spoelen
VOORBEREIDING
1. Verwijder de verpakking die de plug bevat uit de doos.
2. Gebruik een aseptische techniek om de binnenzak die de plug bevat uit
de buitenverpakking te verwijderen. De binnenzak in het steriele veld
plaatsen.
3. Met steriele handschoenen de binnenzak voorzichtig openen, en
aseptisch de plug met een steriel instrument verwijderen. Plaats de plug
in een steriele schaal in het steriel veld.
4. Giet voldoende rehydratievloeistof in de schaal zodat de plug volledig
bedekt is. De fistelplug volledig ondergedompeld laten rehydrateren
totdat de gewenste hanteringskarakteristieken bereikt zijn; laat de plug
echter niet langer dan 2 minuten rehydrateren.
5. Een geschikte resorbeerbare sutuur (ongeveer 30 cm lang) rond de staart
(het enge uiteinde) van de plug vastbinden om ze in het fistelkanaal te
kunnen trekken.
6. De patiënt en de chirurgische lokatie met algemene chirurgische
technieken die voor anale fistelherstelling geschikt zijn voorbereiden.
OPMERKING: De aanbevolen praktijk voor pre-operatieve
darmvoorbereiding in electieve colorectale chirurgie omvat het
mechanisch schoonmaken van de darmen door gebruik van enema's en
cathartische middelen en het toedienen van profylactische antimicrobiële
middelen, oraal of intraveneus. Onvoldoend schoonmaken of inadequate
3
alle gekend zijn om de genezing van wonden te vertragen
4
5-7
8
bacitracine,
35
Mechanische
1-3
Het is bijvoorbeeld gekend
5,8
polymyxine B,
9
en