INSTALLATIE
Afhankelijk van het type van de elektrische klep passen de aansluittuiten op een rond kanaal met een diameter van 125
of 150 mm. De aansluittuit dient in het ronde kanaal te komen.
• Positioneer het toestel en de elektrische aansluiting zodanig dat in geval van service deze toegankelijk zijn.
• Zorg dat het kanaal waar de elektrische klep tussen geplaatst wordt over voldoende draagkracht beschikt.
• Voor een luchtdichte aansluiting dient de overgang tussen klep en rond kanaal met tape of een slangklem te
worden afgedicht
20 mm
• Geen schroeven plaatsen in de kunststof behuizing en 20 mm aan elke zijde hiervan (kans dat de klep blok-
keert).
• Buiten deze zone mag de lengte van de schroef maximaal 20 mm zijn
• De klep nooit met de hand bedienen (kans op motorschade)
• De metalen aansluittuiten mogen niet gedemonteerd worden van de kunststof behuizing
• De klep is geheel open of geheel gesloten; het is niet toegestaan om de klepstand (mechanisch) te blokkeren
in een tussenstand.
• De klep mag niet worden onderworpen aan langdurige werking bij hoge vochtigheid en nooit meer dan
90% RH.
ELEKTRISCHE AANSLUITING
• De aansluitkabel aansluiten op 230V AC.
• In geval van service aan de klep dient deze eerst spanningsloos gemaakt te worden.
200 mm
20 mm
––––– zone waar geen schroeven geplaatst mogen worden
richting van de luchtstroom
NL 4