Waarschuwing:
• Richt de laser op een
werkstuk zonder reflecterende
delen. Hout en grof gecoate
materialen zijn geschikt.
Glimmende metalen zijn niet
geschikt waar de straal op de
gebruiker terug gekaatst kan
worden
• Zet de laser alleen aan wanneer de zaag op het
werkstuk steunt
BEDIENING
Zagen
1. Rust de voorzijde van de basisplaat op de rand van het
werkstuk en lijn de juiste inkeping uit met de potlood
markering. Zorg ervoor dat het zaagblad het werkstuk
niet raakt
2. Houdt de zaag stevig met beide handen vast. Laat het
zaagblad op volle snelheid komen voordat u de zaag
door het werkstuk voert
3. Houdt een constante snelheid. Te snel voeren kan
de motor overbelasten waar te langzaam voeren
het werkstuk kan branden. Voorkom plotselinge
bewegingen
4. Wanneer de snede voltooid is laat u het blad volledig tot
stilstand komen voordat u deze uit het werkstuk haalt
HET ZAGEN VAN FINEERPLAAT
Bij het zagen van fineerplaat met een dikte van maximaal
20 mm stelt u de zaagdiepte zo in dat het zaagblad
10-15 mm onder het werkstuk uitkomt, met de goede
kant omhoog. Dit zal het splinteren van het werkstuk
verminderen. Bij het zagen van dikker hout stelt u de
zaagdiepte op maximaal om terugslag te voorkomen
ZAAGTAFEL
De zaag past comfortabel op de zaagtafel
• Zorg ervoor dat de zaagtafel voorzien is van de juiste
zaagbladbescherming en correct functioneert voor dat
u het gebruikt
• Monteer de zaag op de tafel. Raadpleeg de instructies
van de fabrikant.
• Voordat u zaagt controleert u of de zaag soepel over de
NL
tafel schuift.
• Controleer of de tafel voorzien is van een antiterugslag
component
Voorbereiden / Bediening / Zaagtafel
20
1. Rust de voorzijde van de basisplaat op het werkstuk
zonder dat het zaagblad het werkstuk raakt
2. Zet de laser aan met behulp van de schakelaar (8)
LET OP: De laser werkt niet wanneer de zaag niet
aangesloten is op een stroombron
3. Lijn de laser uit met de potlood markering
4. Maak de zaagsnede
5. Zet de laser uit
ZAGEN IN HET MIDDEN VAN EEN WERKSTUK
1. Stel de zaagdiepte als
gewoonlijk in
2. Stel de afschuininghoek in op
0°
3. Verhoog de zaagkap hendel
(4) zodat het zaagblad
geheel zichtbaar is, houdt de
voorzijde van de basisplaat op het werkstuk met het
handvat omhoog zodat het zaagblad niet in contact
staat met het werkstuk
4. Start de zaag en wacht tot het blad de maximale
snelheid bereikt
5 . Laat de zaag langzaam in het werkstuk zakken met de
voorzijde van de basisplaat werkend als scharnierpunt
LET OP: Zodra het zaagblad het werkstuk raakt, laat u de
zaagkap hendel los
6. Voltooi de zaagsnede voorwaarts
7. Wanneer de zaagsnede voltooid is laat u de schakelaar
los, laat u het zaagblad tot stilstand komen en
verwijdert u de zaag uit het werkstuk. Gebruik wanneer
nodig een figuurzaag om de randen af te werken
• Wanneer de zaagtafel
voorzien is van een aan-/
uitschakelaar, blokkeert u
de trekker van de cirkelzaag
met behulp van een veerklem,
een kabelbinder of iets
gelijksoortigs en stopt u de
stekker van de zaag in de
plug van de zaagtafel. De klem MOET van de trekker
gehaald worden wanneer de zaag ontkoppeld is van de
zaagtafel.
• Met alle veiligheidsmaterialen in plaats: maak een
oefen zaagsnede in afvalmaterialen om te controleren
of alle instellingen juist zijn