Montage van de carburatorkoppeling
• Na de verwijdering resp. vóór het aanbrengen van het luchtfilter is
visuele controle van de carburatordoorlaat mogelijk.
• Corrigeer indien nodig de stationairstand (maximaal 1 mm open
carburatordoorlaat) bij de stationairschroef (smoorklep-aanslagschroef).
De stationairschroef is de kleine schroef onder de luchtinlaat.
• Monteer de gas-schakelstangen door een kogelkom op de korte
draadstang te schroeven.
• Steek de kogelpan op de carburatorschuif en schuif een veer op de
stang.
• Schroef een stelring op een arm van een vierarmige servostuurhendel.
• Geleid de stangen door de stelring op de servostuurhefboom.
• Schuif een stelring losjes op de schakelstang en maak deze vast.
Montage van de remkoppeling
• Hang de remkoppelingsstang vanaf onderen in de servoarm links van
de carburatorkoppeling en schuif hier een stelring op.
• Voer de remstuurstang door de remhefboom.
• Kort de stangen indien nodig in.
• Plaats en schroef de servostuurhendel zo op de servoas dat gas- en
remhendel in de neutrale stand staan.
Knip de voorste servostuurhevel af omdat deze anders bij
volgas met de remstang in contact zal komen.
De servo's moeten nu via de functiecontroles worden
gecontroleerd en ev. bijgeregeld.
111