4.1. Voorbereiding
Om krassen plekjes en vingerafdrukken te voorkomen dient de beschermende folie met handschoenen te worden verwijderd zonder gebruk te
maken van scherpe voorwerpen.
4.2. Plaatsing
Plaats het apparaat niet in de buurt van warmtebronnen (bijv. ovens of fornuizen) en uit het directe zonlicht. Zorg voor goede
luchtcirculatie rondom het apparaat vooral de bovenzijde zoals aangegeven in te tekening. Volg de aangegeven afstanden en zorg
ervoor dat het rooster aan de voorzijde nooit is bedekt: gebrek aan ventilatie veroorzaakt storing in het gebruik en kan leiden tot
ernstige beschadigingen van het apparaat.
4.3. Nivellering
Het apparaat moet worden geïnstalleerd op een rechte en vaste ondergrond om de stabiliteit van de steunpunten te waarborgen. Als het
apparaat niet goed waterpas staat, kan de afvoer van het condenswater worden gehinderd.
4.4. Aansluiting op de elektriciteit
Dit apparaat is voorzien van een aansluitpunt dat voldoet aan de standaardvoorwaarden en met een stroomkabel die lang genoeg is voor
aalsluiting op een stopcontact.
Het stopcontact moet makkelijk te bereiken en geschikt zijn voor het maximale stroomverbruik (zie technische gegevens). Het
moet GEAARD zijn. Gebruik nooit ongeaarde stopcontacten en stekkers en ook geen adapters of verlengsnoeren.
Bij rechtstreekse verbindingen met het elektriciteitsnetwerk moet een schakelaar (stroomonderbreker) worden ingebouwd die
voldoet aan de internationale normen.
5
Gebruik
5.1. Richtlijnen
Onze mini koelcellen (chiller) zijn ontworpen om bederfelijk voedsel (bijvoorbeeld fruit, groenten) voor een korte periode op te slaan. De
vriesuitvoering is ontworpen om diepvriesproducten voor korte tijd te bewaren. Om het energieverbruik te verminderen, de bediening te
vergemakkelijken, de werking te verbeteren en de bewaarduur van het voedsel te verlengen dienen de volgende voorwaarden: in acht genomen te
worden.
Beperk zoveel mogelijk aantal openingen, en de duur van het openen.
Zorg voor ruimte tussen de producten om goede luchtcirculatie te kunnen hebben.
Plaats geen warm voedsel.
Dek voedsel zoveel mogelijk af.
Overschrijd niet het maximale hoogte symbool
OVERSCHIJD NIET DE MAXIMALE BELASTING VAN 100 kg PER ROOSTER
5.2. Ontdooien
Het apparaat is voorzien van automatische ontdooiing, welke echter ook handmatig kan worden uitgevoerd. Gebruik in elk geval nooit scherpe
voorwerpen (als messen schroevendraaiers ed.)
automatisch verdampt door de koelunit.
5.3. Schoonmaak
Om de hygiene te waarborgen en het apparaat goed te verzorgen dient u het regelmatig schoon te maken overeenkomstig de volgende
voorschriften:
MNS00057.00
PRT
Gebruiksaanwijzing
om mogelijk aangezet ijs te verwijderen.
.
Lekwater word opgevangen in een lekbak en
N.º MNS00057.00
13/23