LED-indicatie "Laadprocedure actief"
8
©
Selectietoets "MODE"
9
zie afbeelding B:
Lader
10
11
Netkabel
12
Bevestigingsboringen
13
"+"-pool-aansluitkabel (rood), incl. ringschoen
14
"–"-pool-aansluitkabel (zwart), incl. ringschoen
15
"+"-pool-snelcontact-aansluitklem (rood), incl.
rode bevestigingsschroef
"–"-pool-snelcontact-aansluitklem (zwart), incl.
16
zwarte bevestigingsschroef
©
Technische gegevens
Nominale
Nominale
Beschermingsklasse
* = Keerstroom is de stroom die de lader uit de
accu verbruikt wanneer er geen netstroom is
aangesloten.
©
Veiligheid
Veiligheidsvoorschriften
GEVAAR! Voorkom levens- en letselgevaar
door onoordeelkundig gebruik!
~ 50 / 60 Hz
/ 12 V
1,2 Ah - 14 Ah
12 V-loodzuuraccu's
1,2 Ah - 120 Ah
VOORZICHTIG! Gebruik het apparaat
niet wanneer de kabel, het netsnoer of
de netstekker beschadigd is. Beschadigen
netsnoeren betekenen levensgevaar vanwege
elektrische schok.
½
Als het netsnoer j beschadigd is, laat het dan
uitsluitend door bevoegd en geschoold vakper-
soneel repareren! Neem voor reparaties contact
op met het serviceadres in uw land!
½
BEVEILIG UZELF TEGEN EEN
ELEKTRISCHE SCHOK! Gebruik
bij aansluiting van de lader een
schroevendraaier en een moersleutel met een
handgreep met veiligheidsisolatie!
½
GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOK-
KEN! Waarborg bij een vast in het voertuig
gemonteerde accu dat het voertuig uitgeschakeld
is! Schakel de ontsteking uit en breng de auto in
parkeerpositie, met aangetrokken handrem (bijv.
auto) of vastgemaakt touw (bijv. elektroboot)!
½
GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOK-
KEN! Onderbreek de stroomtoevoer naar de
batterijlader voordat u verbindingen naar de
accu sluit of opent.
- Sluit eerst de aansluitklem aan die niet op de
carrosserie aangesloten is. Sluit de andere
aansluitklem op afstand van de accu en de
benzineleiding aan op de carrosserie. Sluit de
batterijlader pas daarna aan op het stroomnet.
- Onderbreek na het laden de stroomtoevoer
naar de batterijlader. Verwijder pas daarna
de aansluitklem van de carrosserie. Verwijder
vervolgens de aansluitklem van de accu.
½
GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOK-
KEN! Pak de aansluitkabel van de polen ("–" en
"+") uitsluitend vast aan het geïsoleerde bereik!
½
GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOK-
KEN! Voer de aansluiting op de accu en de
contactdoos van de stoomtoevoer volledig tegen
vocht beschermd uit.
½
GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOK-
KEN! Voer de montage, het onderhoud en de
reiniging van de batterijlader alleen uit bij on-
derbroken stroomtoevoer!
½
GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOK-
KEN! Verwijder bij een voortdurend in de auto
aangesloten accu na het laden of druppelladen
Inleiding / Veiligheid
NL/BE
17