Bediening
In het diepvriesvak wordt een gemiddelde temperatuur van
ca. –18 °C bereikt.*
Aanwijzing
Wanneer de temperatuur lager dan 4 °C moet zijn:
u Koeltemperatuur op 4 °C instellen.
u ClimatFreshbox-temperatuur op een waarde tussen b4 (iets
kouder) en b1 (het koudst) instellen .
u Temperatuur hoger instellen: insteltoets "+"
indrukken.
u Temperatuur lager instellen: insteltoets "-"
indrukken.
w Bij de eerste keer indrukken geeft de temperatuurdisplay de
tot dusver ingestelde waarde aan.
u Temperatuur in 1 °C -stappen veranderen: toets kort
indrukken.
u Temperatuur blijvend veranderen: toets ingedrukt houden.
w Tijdens het instellen wordt de temperatuur knipperend
aangegeven.
w Ca. 5 s na het indrukken van de toets wordt de daadwerke-
lijke temperatuur aangegeven. De temperatuur past zich
langzaam aan de nieuwe instelling aan.
5.4.3 Fast-Cool
Met Fast-Cool schakelt u het hoogste koelvermogen in.
Daarmee bereikt u lagere koeltemperaturen. Gebruik Fast-Cool
om grote hoeveelheden levensmiddelen snel af te koelen.
Fast-Cool heeft een iets hoger energieverbruik.
Met Fast-Cool koelen
Fig. 2 (5) kort indrukken.
u Toets Fast-Freeze
Fig. 2 (5) brandt.
w De toets Fast-Cool
w De koeltemperatuur daalt tot op de koudste waarde. Fast-
Cool is ingeschakeld.
w Fast-Cool schakelt na ca. 6 h automatisch uit. Het apparaat
werkt in de energiebesparende normale modus verder.
Fast-Cool voortijdig uitschakelen
Fig. 2 (5) kort indrukken.
u Toets Fast-Freeze
w De toets Fast-Cool
Fig. 2 (5) gaat uit.
w Fast-Cool is uitgeschakeld.
5.4.4 Draagplateaus verplaatsen
De plateaus zijn door uittrekstops beveiligd tegen ongewild
uittrekken.
u Til het draagplateau op en trek het
naar voren uit.
u De korte glasplaat bovenaan voor de
ventilator inschuiven.
u Draagplateau met de aanslagrand achter naar boven
wijzend inschuiven.
w De levensmiddelen vriezen niet aan de achterwand vast.
5.4.5 Deelbare draagplateaus gebruiken
u Geleiders opsteken, eventueel letten op het rechter (R) en
linker (L) deel!
6
u De glasplaat met aanslagrand (2) moet achteraan liggen.
5.4.6 Opbergvakken in de deur verplaatsen
u Vakken uitnemen volgens de afbeel-
ding.
Fig. 2 (3)
Fig. 2 (2)
Boter- en kaasvak altijd tegelijkertijd
met het deksel verwijderen.
u Deksel verwijderen: een zijkant van
het boter- en kaasvak naar buiten
drukken, tot de dekseltap vrij is, dan
deksel zijdelings verwijderen.
5.4.7 Flessenhouder uitnemen
u Flessenhouder volgens afbeelding
uitnemen.
5.5 Climat-Freshbox-gedeelte
Het Climat-Freshbox-gedeelte maakt het mogelijk om verschil-
lende soorten verse levensmiddelen driemaal langer dan bij
normaal koelen met behoud van kwaliteit te bewaren.
Voor levensmiddelen met een vervaldatum geldt altijd de
datum vermeld op de verpakking.
5.5.1 HydroSafe
De HydroSafe is bij een instelling op hoge luchtvochtigheid
geschikt voor het bewaren van onverpakte sla, groenten en
fruit die zelf veel vocht bevatten. Bij een goed gevulde schuif-
lade ontstaat een dauwfris klimaat met een luchtvochtigheid tot
maximaal 90 %. De luchtvochtigheid in het vak hangt af van het
vochtgehalte van de ingelegde producten en van hoe vaak het
vak wordt geopend. U kunt de vochtigheid zelf instellen.
5.5.2 DrySafe
De DrySafe is geschikt voor het bewaren van droge of verpakte
levensmiddelen (bijv. zuivelproducten, vlees, vis, vleeswaren).
Hier ontstaat een relatief droog bewaarklimaat.
5.5.3 Levensmiddelen bewaren
Aanwijzing
u Niet in het Climat-Freshbox-gedeelte horen kougevoelige
groenten als komkommers, aubergines, halfrijpe tomaten,
courgettes en alle kougevoelige zuidvruchten.
u Zorg ervoor dat levensmiddelen niet bederven door overge-
dragen bacteriën: bewaar onverpakte dierlijke en plantaar-
dige levensmiddelen gescheiden van elkaar in de laden. Dat
geldt ook voor verschillende soorten vlees.
Als u levensmiddelen omwille van plaatsgebrek samen moet
bewaren:
u de levensmiddelen verpakken.
Fig. 3